Hoe succesvol zijn sociale media bij vermissingen?
Voor het eerst is er onderzoek gedaan naar de rol van sociale media bij vermissingen van personen door masterstudente criminologie, Wieke de Zwart, in opdracht van adviesbureau VDMMP en Stichting ZoekJeMee. Het onderzoek laat zien dat sociale media goede middelen zijn om een vermist persoon te helpen vinden. Ook geven de sociale media berichten steun aan de achterblijver en aan de vermiste persoon. Het onderzoek levert ook enkele aandachtspunten op. Deze blog gaat in op het aantal vermissingen in Nederland, de opsporing van vermissingen en een aantal aanbevelingen uit het onderzoek.
Vermissing in Nederland stand van zaken?
De nationale politie heeft een protocol voor vermissingen, met in elk van de tien eenheden
een specialist vermiste personen. Tevens heeft de landelijke eenheid een Landelijk Bureau Vermiste Personen. Nederland telt jaarlijks zo’n 20.000 meldingen van vermissingen door
naasten en 18.000 uit zorginstellingen. Het overgrote deel +/- 75 procent is terecht binnen ??n of twee dagen.
Een vermissingsonderzoek begint bij de melding. De officier van dienst van de politie bepaalt de ernst: urgent of overig. Soms is het snel helder: getuigen zagen hoe iemand in een auto werd getrokken bijvoorbeeld. Maar dat komt zelden voor. Vaker is de reden partnerruzie, depressiviteit, dementie, geldproblemen, misbruik, een vechtpartij of iemand die even stoom wilde afblazen.
De inschatting van een vermissing is heel precies werk en burgers zien sneller urgentie dan de politie. Elke melding wordt in Nederland serieus genomen. Mocht er een verkeerde inschatting worden gemaakt, dan zijn de gevolgen in de media en publieke opinie enorm.
Indien de vermissing urgent wordt bevonden, dan volgt melding bij het LBVP, en krijgt de familie een
familie-rechercheur toegewezen die de familie continu op de hoogte houdt. Door de toewijzing van een gespecialiseerde rechercheur kan begrip worden gekweekt waarom beslissingen worden genomen, bijvoorbeeld om een onderzoek af te schalen.
Opsporing van een vermiste persoon:
Hoe kan het dat in Nederland iemand zomaar kan verdwijnen en moeilijk is terug te vinden? In een dorp is het makkelijker een persoon op te sporen dan in een grote stad. Met name in een grote stad is het veel lastiger iemand te zoeken vanwege de anonimiteit. Er kunnen best veel ooggetuigen zijn maar hoe bereik je die allemaal? Ook al zijn er veel camera’s, het kost zee?n van tijd om die allemaal te bekijken. Het is bovendien niet toegestaan zomaar foto’s te verspreiden. Iemand kan wel vrijwillig vertrokken zijn. Zet je iemand dan op internet dan krijg je dat er nooit meer af. Ook voor het bekijken van camerabeelden, het uitpeilen van telefoons of het natrekken van financieel
verkeer is – tenzij sprake is van levensgevaar of een strafrechtelijk onderzoek – toestemming nodig van een officier van justitie of een rechter-commissaris.
De politie treedt via Burgernet en Twitter alleen naar buiten als er toestemming is van directe familie. Een door de familie beschikbaar gestelde foto plaatst de politie bewust niet op Twitter. Die foto komt alleen op de eigen website van de politie te staan. Zodra de persoon terecht is, haalt de politie de foto er weer af hierdoor houdt de politie meer controle over de foto.
Het is voor de politie gemakkelijker als de familie bankgegevens, inloggevens van sociale media en
telefoongegevens verstrekt of als bedrijven hun beelden vrijwillig verstrekken. Het zwaarst inzetbare instrument is het Amber Alert, dat wordt gebruikt bij bedreigende vermissingen van kinderen. Dan moet je bijvoorbeeld denken aan ontvoeringen. Een landelijk sms-bombardement en media-aandacht kunnen dan helpen. Andersoortige vermissingen moeten aan specifieke voorwaarden voldoen, voordat de politie tot actie overgaat. Deze voorwaarden zijn onder andere: kinderen jonger dan twaalf jaar, mensen met een ernstige handicap of met een medische indicatie, maar ook signalen die kunnen duiden op zelfdoding hebben dan speciale aandacht.
Bij het Landelijk Bureau Vermiste Personen verzamelt de politie sinds 2007 in een databank
DNA van familieleden van vermisten en voorwerpen waarop hun DNA zat. Daarin stopt ze ook het DNA van onbekende overleden personen. De DNA-databank voor Vermiste Personen heeft als doel om (stoffelijke resten van) onge?dentificeerde personen te kunnen identificeren via matches met vermiste personen. De databank maakt juridisch gezien deel uit van het vermiste personen systeem dat beheerd wordt door het Landelijk Bureau Vermiste Personen. Het NFI doet DNA-onderzoek in opdracht van het LBVP, beheert voor hen de DNA-databank voor Vermiste Personen en beheert ook het celmateriaal waaruit de DNA-profielen worden gegenereerd.
Belangrijke vragen
Bij een vermissing worden onderstaande vragen vaak gesteld:
Wat heeft de vermiste doorgaans bij zich?
Was hij of zij in gezelschap?
Waar is diegene voor het laatst gezien?
Wanneer?
Door wie?
Waar werd hij verwacht?
Is thuis wat bijzonders te zien?
Waar verblijft de gezochte vaak?
Heeft hij een vervoermiddel meegenomen? Een OV-chipkaart?
Staat de fiets misschien bij het dichtstbijzijnde treinstation? Zo ja, staat die netjes op slot of is die in haast neergegooid?
Als een vermiste actief is in sociale media, kan daar relevante informatie te vinden zijn. Heeft die daar
gehint op een verdwijning, of op een zelfmoordpoging?
Zijn er conflicten bekend? Relatieproblemen?
Vermissingen in Europa
In Europa zijn er diverse manieren om gebruik te maken van de nieuwe digitale snelwegen om vermiste kinderen op te sporen. Zo is er een initiatief van Missing Children Europe uit Brussel dat samenwerkt met Child Focus om in plaats van dode links (vermiste internetpagina’s) niet een standaard foutmelding te plaatsen, maar daar aandacht te vragen over andere vermissingen, namelijk die van echte personen.
Met het NotFound 404 project kunnen websitebeheerders eenvoudig een aantal regels code toevoegen aan hun eigen 404 pagina.
Tot slot de aanbevelingen uit het onderzoek
Vooraf
Het vermelden van de vermissing op de sociale media is een schending van de privacy van de vermiste.
Geef niet te veel gevoelige informatie over een vermist persoon, zoals informatie over de toestand (boos of verward). Geef een feitelijke beschrijving van de persoon zodat anderen deze kunnen herkennen. De politie kan adviseren over het al dan niet plaatsen van een vermissing op de sociale media.
Tijdens
Naast mogelijk positieve kunnen er ook negatieve reacties gegeven worden, zoals opmerkingen over het uiterlijk of (ongenuanceerde) oordelen, zoals: ?Wie laat nou iemand met Alzheimer alleen op pad gaan??. De bruikbare tips zijn wellicht moeilijk verifieerbaar (zonder hulp van de politie). Meer bekendheid kan soms nadelig uitpakken voor de veiligheid van een vermiste. Bijvoorbeeld als deze in handen is van een loverboy of een ontvoerder.
Na afloop
Het weghalen van vermissingsbericht lukt niet altijd voor 100%. Er kan een blijvende confrontatie met de vermissing ontstaan, ook lang na afloop. Voor de vermiste persoon kan het ook carri?reproblemen opleveren, bijvoorbeeld als nog online staat dat een vermiste in verwarde toestand is weggegaan. Het vermissingsbericht en/of de foto kan door anderen (opnieuw) online worden gedeeld. Het lijkt daardoor dat de vermiste opnieuw ?f nog steeds is vermist.
Peter R. de Vries over Amber Alert
Bron: NOS, ZoekjeMee.nl
Vooral voor de familie kan die onzekerheid tijdens een vermissing slopend zijn. Mensen zijn zichzelf niet meer als ze niet weten waar hun kind of partner is. Ons bureau helpt mensen die een dierbare kwijt zijn en geeft regelmatig gratis juridisch advies aan de achterblijvers. Verder hebben we op onze site http://www.centaurrecherche.nl nu nog eens de foto’s van alle langdurig vermisten de revue laten passeren. Want je kunt niet vaak genoeg aandacht vragen voor langdurig vermisten. Al ben ik het wel het NotFound project eens dat je goed moet nadenken voordat je privacygevoelige informatie over iemand anders op internet zet.