faceboomanipulation-1

Wat als Facebook & Co het nieuws voor je bepalen…

Op internet lezen mensen alleen datgene wat in hun eigen straatje past, klinkt er sinds de sociale media zijn doorgebroken als nieuwsbron. Maar is dat wel zo? Een groep wetenschappers van de Universiteit van Amsterdam concludeert dat het wel meevalt met die zogenoemde ‘filterbubbels’.

Wie tegen Zwarte Piet is, zal op zijn of haar Facebook-pagina voornamelijk nieuwsberichten vinden waarin wordt gepleit voor andersgekleurde pieten. Juist een voorstander van de traditionele zwarte schmink? Dan komen die progressieve artikelen minder frequent voorbij. Prominenter op je tijdlijn staan in dat geval stukken die het conservatieve standpunt verdedigen.

De manier waarop nieuws geselecteerd wordt, is onderhevig aan verandering. Waar traditioneel gezien de redactie bepaalt welk onderwerp lezers als eerste te zien krijgen (door daarmee de krant of het journaal te openen), wordt de volgorde van online nieuwsberichten in toenemende mate aangepast aan de kenmerken van de consument.

Door middel van vooraf aangegeven voorkeuren – waarbij gebruikers tijdens registratie aanvinken dat ze ge?nteresseerd zijn in bijvoorbeeld ’tennis’, ‘opvoeding’ en ‘regionale politiek’ – en algoritmes die zichzelf aanpassen op basis van iemands lees- en klikhistorie personaliseren de online media de presentatie van de actualiteiten.

Gevaarlijk, klinkt er uit verschillende hoeken. Online gepersonaliseerd nieuws zou leiden tot ‘echokamers’ of ‘filterbubbels’: unieke informatieruimtes waarin het eigen wereldbeeld non-stop wordt bevestigd en alternatieve opvattingen ontbreken.

Zo signaleerde ‘Nieuwsuur’ vorige maand dat door het toenemend gebruik van sociale media als nieuwsbron vormen van tunnelvisie ontstaan en waarschuwde de High-Level Expert Group on Media Diversity and Pluralism, een onafhankelijk adviesorgaan van de Europese Commissie, voor de negatieve impact die deze versnippering kan hebben op de democratie.

Meerdere kanalen

Maar zijn die zorgen wel terecht? Volgens de nieuwste bevindingen van een doorlopend onderzoeksproject aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) niet. Een groep wetenschappers uit verschillende disciplines analyseert daar doorlopend de laatste ontwikkelingen op het gebied van gepersonaliseerde communicatie.

“Voor het eerst bleek dit jaar dat jongeren sociale platforms boven de tv verkiezen als nieuwsbron”, zegt universitair docent politieke communicatie en journalistiek Damian Trilling. “Maar tegelijkertijd zien we dat jong en oud de actualiteiten op meerdere kanalen volgen. Naast Facebook hebben ze bijvoorbeeld de app van Nu.nl op hun telefoon, lezen ze ook af en toe een krant, of blijven ze hangen wanneer ze tijdens het zappen bij een journaal terecht komen.”

Daardoor vallen de effecten van de doorbraak van sociale media als nieuwsbron vooralsnog mee, stelt hij. “Mensen lezen helemaal niet enkel datgene wat in hun eigen straatje past. Integendeel, het internet biedt juist allerlei mogelijkheden om met verrassende informatie in aanraking te komen.”

Als voorbeeld noemt hij de vele hyperlinks in online berichten, waarmee lezers met ??n druk op de muis kunnen doorklikken naar andere websites. “Zo kom je steeds bij bronnen die je normaliter niet gebruikt.”

Niet alleen is het stukken makkelijker om alternatieve nieuwsaanbieders te vinden, er zijn er ook veel meer. “Waar je vroeger een beperkt aantal kranten, tv- en radiozenders had, is de hoeveelheid kanalen die nieuws verspreiden nu enorm.”

Gratis nieuws

Nog belangrijker, volgens Trilling, is dat bijna al die kanalen voor iedereen toegankelijk zijn. “Denk je dat alle Nederlanders iedere nieuwsbron zo maar konden raadplegen, dertig jaar geleden? Welnee, een abonnement op alle kranten en tijdschriften zou veel te duur zijn geweest. Nu kan iedere persoon het nieuws volgen, gratis, via het web. Dat is minder voor de journalist misschien, maar positief voor de samenleving.”

Inderdaad lezen, luisteren en kijken veel mensen via internet naar het nieuws: voor 45-minners is het hun voornaamste bron. De sociale media spelen daar een belangrijke rol in, blijkt uit het meest recente Digital News Report van het Reuters Instituut. Meer dan de helft van alle mensen haalt nieuws van platforms als Facebook, Twitter en YouTube, 12 procent volgt de actualiteiten zelfs primair op sociale media. Nog populairder zijn deze online nieuwsbronnen onder jongeren (18 tot en met 24 jaar): voor een kwart van hen zijn sociale media d? plek om ontwikkelingen in de gaten te houden.

Toch blijven mensen leunen op meerdere kanalen, zowel online als offline. Die mix van nieuwsbronnen voorkomt dat consumenten een tunnelvisie ontwikkelen. “In het huidige gefragmenteerde medialandschap kom je gegarandeerd in aanraking met informatie die jouw denkbeelden tegenspreken”, aldus Trilling. “Of je nu hoog of laag bent opgeleid, een frequent bezoeker bent van extremere sites als GeenStijl of alleen ge?nteresseerd bent in het financi?le nieuws. Uit onderzoek blijkt dat mensen die veel gekleurde informatie tot zich nemen, ook veel regulier nieuws zien.”

Polarisatie

De angst voor polarisatie als gevolg van selectieve nieuwsconsumptie is niet nieuw. In de jaren zestig bijvoorbeeld, richting het eind van de verzuiling, ontstond ook discussie over de vraag of Nederlanders niet alleen meningen van gelijkgestemden tot zich namen. Immers, de katholieken lazen de Volkskrant, keken naar de KRO en stonden bij het koffiezetapparaat met andere katholieken, terwijl bijvoorbeeld de protestanten enkel protestantse geluiden hoorden.

“Dat mensen geneigd zijn om voornamelijk informatie tot zich nemen die overeenkomt met hun eigen opvattingen is van alle tijden”, zegt Judith M?ller, die verbonden is aan de faculteit der maatschappij- en gedragswetenschappen van de UvA en meewerkt aan het personalisatie-onderzoeksproject. “Ook in de krant pik je bijvoorbeeld het onderwijsnieuws eruit, terwijl je de economiepagina’s overslaat. Je leest wat je wil lezen en hoort wat je wil horen. Nieuws dat in jouw kader past onthoud je ook beter.”

Bovendien, stelt M?ller, heeft de mens ook nog een eigen wil. “En wat blijkt? Als een algoritme iemand te ver in een bepaald hoekje probeert te duwen, kruipen we er zelf weer uit. Wanneer je als politieke junkie die enkel nieuws uit Den Haag leest bijvoorbeeld niet op de hoogte wordt gehouden wanneer Oranje in de finale van het WK staat, dan ben je klaar met Facebook.”

Ook werken de aanbevelingssystemen nog niet optimaal. Zo verschillen de zoekresultaten van twee Google-gebruikers 11 procent vanwege personalisatie en klikt slechts een van de duizend mensen op advertenties die zijn gebaseerd op hun surfverleden.

“Sociale en online nieuwsmedia experimenteren momenteel met hun algoritmes”, zegt de maatschappijwetenschapper. “Wat werkt en wat niet? Dat is lastig en levert soms verrassende conclusies op. Een van de dingen die ze dusver ontdekt hebben is dat mensen diversiteit op prijs stellen.”

Wie op Netflix of Blendle bijvoorbeeld tien aanbevelingen krijgt, heeft behoefte aan een aantal verrassingssuggesties, zo blijkt. “En dus krijg je pak ‘m beet acht gepersonaliseerde opties, waarvan de onderwerpen binnen jouw interesseveld liggen, en twee aanbevelingen die lukraak geselecteerd zijn. Die toevallige ontdekkingen van nieuws dat eigenlijk buiten jouw kader valt blijven zodoende bestaan.”

De verrassingssuggesties staan er niet alleen ten faveure van de gebruiker, vult communicatiewetenschapper Trilling aan. “Ze zijn er ook om het algoritme te voeden. Door te meten op welke van de random aanbevelingen de gebruiker klikt, leert het algoritme meer over die persoon en verandert het toekomstige gepersonaliseerde suggesties.”

Alles bij elkaar is de angst dat mensen – bijvoorbeeld degenen die tegen handelsovereenkomst TTIP tussen de Europese Unie en de VS zijn – op sociale media enkel het eigen gelijk terugzien, ongegrond, concluderen de onderzoekers van de UvA.

“Er zijn geen filterbubbels, de publieke sfeer is niet gefragmenteerd en de democratie is veilig”, stelt Trilling. “Op dit moment althans. De vraag is natuurlijk of dat zo blijft. Het is van belang dat we blijven discussi?ren over online gepersonaliseerd nieuws.”

Inkomsten

Want er liggen wel degelijk risico’s op de loer, denkt Trilling. Eind vorig jaar lanceerde Facebook ‘Instant Articles’ in Nederland, een functie die traditionele nieuwssites de mogelijkheid geeft om hun artikelen binnen de vormgeving van Facebook te publiceren. Gebruikers worden dan niet meer doorverwezen naar de website van de nieuwsbron zelf, maar kunnen op de servers van het platform blijven. Inkomsten en bezoekcijfers komen de nieuwssite toe.

Die versterking van Facebooks positie als platform waar zowel mensen als media nieuws delen is riskant, stelt Trilling. Het sociale medium lag de afgelopen maanden onder vuur omdat het niet altijd onpartijdig zou zijn: conservatieve berichtgeving zou vaker als ’trending’ worden aangemerkt. Ook verwijderde Facebook de wereldbekende oorlogsfoto van het ‘napalmmeisje’ en blokkeerde het de profielen van Palestijnse journalisten.

“Als Facebook daadwerkelijk oppermachtig wordt als nieuwsverspreider – en zo ver is het nog lang niet – zijn wij volledig afhankelijk van een specifiek Amerikaans bedrijf en kunnen we niet anders dan zijn wetten en culturele normen volgen.” En dan? “Dan is de taak van de journalist om een breed scala aan onderwerpen en meningen te laten horen belangrijker dan ooit.”

Bronnen: Trouw

Gerelateerde berichten:

  • Geen gerelateerde berichten
Tagged with →  

One Response to Be?nvloeding op social media

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *