Foto: ANP, Roos Koole / Pieter van Schouwenburg
In het tijdschrift voor de politie stond onderstaand artikel van Solange Jacobsen. Hij is spreker en projectleider Online veiligheid, Bureau Jeugd & Media.
Een van de onderwerpen op de jeugdagenda van de politie is een actief beleid op het uitvoeren van de jeugdtaak in het online domein. Een goede zaak. Het is steeds meer een voorwaarde om ?cht en intensief in contact te zijn met jongeren, te signaleren wat er speelt en er voor hen te zijn als zij de politie nodig hebben. Jongeren verwachten niet anders dan dat agenten hun werk ook online doen en grenzen stellen. Dat maakt de politie voor hen geloofwaardig en betrouwbaar.
Ik sta samen met de wijkagent voor een groep onrustige brugklassers met een stevige mening over hun klasgenootje wier naaktfoto de school rondgaat. Het meisje in kwestie heeft de laatste dagen niet ongezien door school kunnen lopen. Ze is voor van alles uitgemaakt, bespuugd, bedreigd en zelfs geslagen. De kern van de verwijten van haar leeftijdsgenoten is ?eigen schuld, dikke bult?. Ze vond het toch zelf nodig om zo?n foto te maken en online te zetten? Haar sociale veiligheid is duidelijk in het gedrang en de school staat voor een ?inke uitdaging om deze weer te herstellen.
Het gesprek dat wij met de klas gaan voeren moet daaraan bijdragen. Het verzoek is van het meisje zelf, die ondanks alle emoties verrassend stevig in haar schoenen staat. ?Ik wil graag dat jullie alle kinderen duidelijk maken dat het hun ook had kunnen overkomen. Want ik ben niet dom h?, ik heb alleen iets doms gedaan??
Terwijl ze dat zegt richt ze haar blik voor het eerst omhoog. Haar verhaal heeft ze tot aan dat moment toevertrouwd aan de vloertegel onder het bureau van de zorgco?rdinator. Ze kijkt ons met grote bruine ogen indringend aan. Schaamte en verdriet hebben even plaats gemaakt voor?boosheid en onmacht. Ze is zichtbaar opgelucht als ze merkt dat we haar verhaal serieus nemen. Het gesprek dat we vervolgens in de klas voeren is pittig. We moeten ?ink aan de bak om uit te leggen dat je ook gedwongen kunt worden tot het maken van naaktfoto?s. En dat iemand die de dappere beslissing neemt om niet in te gaan op verzoeken tot webcamseks, ondanks de dreiging van verspreiding van die naaktfoto?s, juist steun en respect verdient in plaats van hoon en belediging.
Dit roept vragen en discussie op. Wie valt iets te verwijten? Wat is eigenlijk strafbaar? Wanneer vraag je de politie om hulp? Slechts op enkele momenten is het compleet stil. Dat is wanneer ze er onderling niet uitkomen en zich voor de uitkomst richten tot de wijkagent. Want over ??n ding zijn ze het wel eens: die moet toch weten hoe het ?cht zit?
Willen weten wat er leeft en speelt
Dit was mijn eerste ?sextingzaak?, inmiddels zes jaar geleden. Voor de wijkagent ook. Leerzaam in alle opzichten. Het gaf ons diverse inzichten, onder andere over online groepsdynamiek, risicovol gedrag en weerbaarheid. En het sterkte de overtuiging dat je als politie moet willen weten wat er online leeft en speelt. Zonder die basis ben je uiteindelijk onvoldoende in staat om je kerntaken ef?ci?nt en effectief uit te voeren. Dat begint al met het ontrafelen van verhalen aan de balie om helder te krijgen wat er nou eigenlijk aan de hand is: cijfergooien, bangalijst, cammen, snapchat, fakeaccount? Je zult moeten kunnen duiden om situaties te beoordelen en te vertalen naar noodzakelijke acties. Of die nou betrekking hebben op repressief optreden, preventie, zorgsignalering of doorverwijzing.
Grensoverschrijdend gedrag online, onbewust of bewust, leidt tot nieuwe verschijningsvormen van strafbaar gedrag en heeft grote impact op de politi?le jeugdtaak. Die overtuiging is in de afgelopen jaren met fenomenen als dreigtweets, kopschop?lmpjes, massamobilisatie, haatprofielen en accounts met gephotoshopte pestfoto?s alleen nog maar bevestigd. In de verbinding met jeugd is het in ieder geval nodig om de hoge drempel die jongeren richting de politie ervaren, te verlagen. Ze vinden het moeilijk om zich met signalen en hulpvragen tot de politie te wenden. De meeste jongeren gaan eerst zelf op zoek naar informatie om te bepalen of hun probleem wel serieus genoeg is en wat ze er zelf aan kunnen doen op het op te lossen.
Om die drempel te verlagen moet je uitstralen op de hoogte te zijn van online risico?s en laten merken dat je begrijpt hoe makkelijk het is om online in vervelende situaties terecht te komen. Als je vervolgens in het contact de situatie niet bagatelliseert maar serieus neemt en ernaar handelt, win je vertrouwen. Je hoeft daarvoor geen whizzkid te zijn of zelf urenlang op sociale media door te brengen. Een open en onderzoekende houding is belangrijker; waarom doen ze wat ze doen?
Wat ze online doen is eigenlijk niet veel anders dan wat hun ouders vroeger deden
Digitale jeugdcultuur
Jongeren groeien op in een andere wereld dan wij vroeger. Ze kunnen altijd en overal online en doen dat ook, zonder na te denken. Jongeren doen gewoon de dingen die ze doen, zonder erbij stil te staan dat ze daarvoor ?online gaan?. Online contact is voor jongeren net zo ?echt en hecht? als of?ine contact. De grootste valkuil is om te denken dat een tiener niets zit te doen als deze hangend op de bank met smartphone of tablet bezig is. Hij is in verbinding met de groep. Daarvoor hoef je niet fysiek bij elkaar te zijn. Via WhatsApp, Facetime of Snapchat kun je samen lachen, kletsen, emoties en ervaringen delen, je mening toetsen et cetera.
Wat jongeren online doen is eigenlijk niet heel veel anders dan wat hun ouders vroeger deden. Ze zijn zich aan het ontwikkelen, de wereld en hun eigen ik aan het ontdekken en daarin zijn sociale contacten enorm belangrijk. Door zich te spiegelen aan leeftijdsgenoten, leren ze
zichzelf kennen en bouwen ze zelfvertrouwen op. Ze toetsen hun identiteit aan anderen. Fysiek op straat en schoolplein, maar ??k online. In de kern draait het om contact; bestaande vriendschappen worden versterkt, nieuwe gesloten.
Onderdeel van het vormen van een eigen identiteit is jezelf pro?leren. Dat doe je door goed na te denken over hoe je jezelf presenteert, hoe je je gedraagt en met wie je je laat zien. Dat geldt ??k online. Daarom besteden jongeren veel aandacht aan hun online pro?el. Het gaat om de beste foto, de leukste teksten, het juiste ?lmpje en de hipste muziek. Dat ze zelf controle hebben over hoe ze zich presenteren, geeft een zeker gevoel. Als je veel reacties terugkrijgt, voel je je gezien en dat geeft zelfvertrouwen. Net zoals positieve reacties. Voor negatieve reacties geldt het omgekeerde. Maar sommigen vinden dat altijd nog minder erg dan helemaal geen reacties krijgen en het gevoel te hebben onzichtbaar te zijn.
Online groepsdynamiek en verschuivende grenzen
De aantrekkingskracht van sociale media zit dus voor een groot deel in het bij de groep aangesloten willen zijn en blijven. De groepsdynamiek is door de komst van sociale media en smartphones niet meer beperkt tot schooltijd. Hij is er continu, 24/7! Een belangrijk inzicht om te onthouden als je met jongeren werkt. Een tweede inzicht dat relevant is, ligt in het verlengde daarvan: internet ontremt en anonimiseert, waardoor grenzen vervagen. Je durft online meer dan of?ine. Liever te zijn (kusjes en liefdesverklaringen vliegen over en weer), maar ook gemener te zijn (roddelen, schelden, bedreigen). Door het ontbreken van non-verbale signalen en het verkeerd interpreteren van tekst ontstaat makkelijk een ruzie. Die wordt uiteraard online ?uitgevochten?, maar komt ook regelmatig tot ontlading op straat of het schoolplein.
Online zijn grenzen niet heel duidelijk en pubers, gevoelig voor sociale acceptatie en beloning op de korte termijn, verleggen deze ook nog eens zonder de gevolgen van hun handelen te kunnen overzien. Ze geven onbewust zomaar persoonlijke informatie prijs, maken ruzie of geven zich letterlijk bloot. Ze staan er echter niet altijd bij stil (en soms boeit dat gewoon ook even niet) wie er toegang tot die informatie heeft en wat er mee gedaan kan worden. Een pro?elfoto, informatie in de bio, vriendenlijsten, foto?s en online berichten? informatie die op zich onschuldig is, kan door mensen met verkeerde intenties handig gebruikt worden. Om iemand online te pesten, op te lichten of af te persen. Je kunt je met alle verkregen informatie heel geloofwaardig voordoen als ?een vriend van een goede vriend? en zo makkelijk contact leggen en een vertrouwensband opbouwen; een tactiek die loverboys en pedoseksuelen vaak hanteren.
Drempel verlagen en grenzen stellen
Online moet je ??k weerbaar zijn en respectvol met elkaar omgaan. Eigen grenzen kunnen aangeven en die van anderen respecteren. In de mix van pubergedrag, groepsdynamiek en onzichtbare dynamiek van sociale media gaan jongeren regelmatig te ver. Ze overschrijden niet alleen persoonlijke grenzen, maar ook ethische/morele grenzen en die van het strafrecht. De wetenschap dat iets consequenties kan hebben, weerhoudt hen niet. Wat op het moment van handelen vaak zwaarder weegt, is dat het aandacht en aanzien binnen de groep genereert. Dat brengt nieuwe uitdagingen met zich mee. Allereerst voor ouders en scholen om kinderen te helpen nadenken over eigen grenzen en ze uit te dagen te re?ecteren op wat ze doen en welke verantwoordelijkheid ze daarin hebben.
Maar ook politie kan een grote rol van betekenis spelen. Door te vertellen hoe je kunt voorkomen slachtoffer te worden, maar vooral door duidelijk te maken wat strafrechtelijke grenzen zijn en door zichtbaar handelend op te treden als die grenzen overschreden worden. Dat werkt preventief, doordat jongeren kennis aangereikt krijgen waar ze wat mee kunnen op het moment dat dit nodig is. Het vergroot bovendien de subjectieve pakkans. Soms zijn jongeren zich wel degelijk bewust dat ze grenzen overgaan, maar wanen ze zich anoniem en onaantastbaar: ?Wie let er nou op mij??, en: ?Er wordt toch niets aan gedaan?.
?Durf van de jeugd te leren. Wat maken ze mee? Wat verwachten ze van de politie?
Met de website vraaghetdepolitie.nl heeft de politie al een goede stap gezet om aan te sluiten bij de doelgroep. Jongeren kunnen er betrouwbare informatie vinden en bovendien met agenten en rechercheurs chatten. Dat werkt enorm drempelverlagend. Jongeren vinden het makkelijker om op die manier met politie in contact te zijn en te praten over moeilijke situaties waar ze zich voor schamen of zorgen over maken. Dat merken ook wijkagenten die Instagram, Facebook en Snapchat inzetten om in contact met de jeugd in hun wijk te blijven. Zij begrijpen: je moet d??r zijn waar je doelgroep is voor verbinding en kansen op vroegsignalering. Met alle opgedane ervaring en inzichten is het nu tijd om na te denken over verdere doorontwikkeling van de politi?le jeugdtaak. Dat is nodig om geloofwaardig en betrouwbaar te blijven.
Met zenden bouw je geen relatie op
Noodzakelijk is in ieder geval een ander type communicatie. De wijkagenten die Instagram, Facebook en Snapchat zijn gaan gebruiken, snappen dat je met alleen ?zenden? geen relatie opbouwt en er niet achter komt wat er speelt. Laten zien dat je er bent levert al wat op, maar het is vooral de kunst om interactie aan te gaan om vertrouwen te winnen. Dat is in de basis niets anders dan wat je op straat zou doen: ?luisteren?, ?vragen durven stellen? en ?reageren?. Dat geldt ook voor de wijze waarop een wijkagent zich online in dialogen mengt die zich buiten zijn invloedssfeer ontwikkelen. Bij een gesprek met jongeren op straat beweegt hij mee in de dynamiek van het gesprek. Dat is online niet anders.
Je moet kansen pakken om een krachtige boodschap te brengen die men van de politie zou verwachten. Het is effectiever om online te reageren op iets wat je ziet, dan alleen mededelingen te doen die algemeen en aan iedereen gericht zijn. Jongeren be?nvloeden elkaar immers en de impact is groter vanwege het bereik van sociale media. Het beeld dat je betrouwbaar bent, wordt vooral door je reactie gevoed. Als je nalaat te reageren op gestelde vragen of aangedragen signalen, brokkelt dit beeld sneller af dan je het ooit hebt kunnen opbouwen.
Dat geldt voor de wijkagent in zijn functie, maar ook voor de politie als organisatie. Een proactief communicatiebeleid is daarom wenselijk, om duidelijk te maken dat?je het online domein als een logisch domein voor kerntaken ziet. Niet alleen afwachten dus tot er een incident plaatsvindt dat de aandacht van de media trekt. Met sociale media heeft de politie een prachtige kans om uit eigen beweging kwesties aan de orde te stellen die belangrijk zijn, en op die manier inspirator te zijn van publieke debatten over online veiligheid en grenzen.
Heldere kaders voor online interventies
Met alle wijkagenten die sociale media al succesvol weten in te zetten als verlengstuk van hun wijk, en met de inrichting van de RTIC?s, staat de politie al met een stevig been in de digitale samenleving. Voor de doorontwikkeling van de politi?le jeugdtaak is het zaak om nu door te pakken op de vraag hoe actief zij wil zijn in het signaleren en acteren op online strafbare feiten. En uiteraard, wat daar organisatorisch voor nodig is.
Het is een vraag die je niet kunt laten liggen. Politie die actief op sociale media is, wordt onherroepelijk geconfronteerd met onwenselijk en/of strafbaar gedrag. Is het niet door eigen waarneming, dan is het wel doordat gebruikers hen hierop wijzen of er vragen over stellen. Een paar voorbeelden: een sel?e van iemand met een vuurwapen; een bericht waarin opgeroepen wordt om die homo van nr. 76 in elkaar te slaan; onrust over een naaktfoto die verspreid wordt; een pestaccount met bewerkte foto?s van docenten als nazi?s; een screenshot van een bewerkte cijferlijst nadat iemand het schoolsysteem gehackt heeft. Je kunt dit niet zomaar negeren zonder dat dit impact heeft op de geloofwaardigheid en betrouwbaarheid. Dat zou hetzelfde zijn als wanneer je op straat tijdens de surveillance zonder blikken of blozen langs iemand loopt die een ander op dat moment bedreigt, berooft of op een andere manier lastigvalt.
Maar wat doe je dan wel? Het is noodzakelijk om richtlijnen te hebben die duidelijke houvast geven hoe hiermee om te gaan. Welke signalen hebben prioriteit? Op basis van welke criteria moet een afweging gemaakt worden? Hoe te handelen en wie te betrekken? En daarnaast; welke interventiemogelijkheden heb je online? Voor de politi?le jeugdtaak is een dergelijk beleid van groot belang en dat hangt nauw samen met doelstellingen om mogelijke hypes vroegtijdig te signaleren, jongeren duidelijk te maken dat
er grenzen zijn en (potenti?le) daders te laten zien dat de politie ingrijpt en optreedt.
Ook jeugdgroepen zijn online
Online aanwezig en actief zijn loont ook in de aanpak van problematisch groepsgedrag. Zonder zicht op de ?online hangplek? missen politie en ketenpartners cruciale informatie. Het gedrag van criminele jongeren is in de basis niet anders dan van ?gewone? jongeren: ze zijn online en gebruiken sociale media om met elkaar in contact te zijn, nieuwe contacten te vinden en te onderhouden. Ook bij hen draait het voor een groot deel om jezelf pro?leren, je verbinden aan een groep en daarmee aansluiting blijven houden. Maar natuurlijk is er in motivatie en doel wel een verschil?
Online kun je (nog veel beter dan op straat!) bouwen aan een imago en reputatie. Status verwerven en bevestigen is enorm belangrijk. Dat zul je met name kunnen zien in beeldmateriaal dat online gezet wordt. Foto?s van wapens, illegale waar, geldstapels, dure kleding, drank, kassabonnetjes. Maar ook berichten waarin verwezen wordt naar strafbare feiten en/of het gezag uitgedaagd wordt. Iemand die crimineel gedrag vertoont en onder de radar wil blijven, zal dat online ook doen. Hij zal zich meer dan gemiddeld bewust zijn van het gebrek aan anonimiteit van verschillende platformen en voorzichtiger zijn met wie hij w?t online deelt. Soms echter is reputatie belangrijker voor het individu of de groep dan privacy, dan neemt men bewust het risico (?kosten-batenanalyse?).
Het beeld dat je online van iemand krijgt zonder begrip van de groep en/of straatcultuur, hoeft niet altijd juist en volledig te zijn. Kennis van de straat, aanwezig bij wijkagenten en jongerenwerkers, is noodzakelijk om goed te kunnen duiden. Een sterke informatiepositie bestaat daarom uit online ?n of?ine informatie. Hierdoor ontstaat er een completere basis om te analyseren, te prioriteren en activiteiten te ontwikkelen. Scholen zijn ook een belangrijke partij om mee op te trekken. Zeker als het gaat om de aanpak van online incidenten met mogelijke impact op de openbare orde en veiligheid, zoals vecht?lmpjes en challenges. Informatie uitwisselen en kennis delen betekent samen een voorsprong in kennis ontwikkelen, die nodig is om vooraan de jeugdproblematiek te komen.
Durf te leren van jeugd
De oplossing om te komen tot een doorontwikkeling van de politi?le jeugdtaak ligt in de verbinding met jeugd zelf. Durf van hen te leren. Vraag hen. Wat maken ze online mee? Wat verwachten ze van de politie? Wat niet? Welke idee?n hebben zij om daders aan te pakken? Wat voor advies hebben ze als het gaat om de benodigde krachtige statements om aan te geven waar de grenzen zijn? Je hoeft echt niet alles te weten, maar neem een pro actieve houding aan om te willen weten hoe iets zit. Ook dat draagt bij aan geloofwaardigheid en betrouwbaarheid van de politie.
Bronnen: Het tijdschrift voor de politie, jg.78, nr.5, 2016