Vigilantes, ofwel onafhankelijk opererende vigilante groepen, zijn aanvaardbaar zolang ze publieke verantwoording willen afleggen en uitleggen dat hun optreden aansluit op democratische normen. Deze vigilantes kunnen ook zinvolle bijdragen leveren aan de rechtshandhaving. Vigilante groepen die verder gaan dan alleen onrecht aan de kaak stellen en een machtsvertoon etaleren ? zich uitend in onder andere vernedering en afwijzing van (groepen) burgers op grond van hun anders zijn ? zijn net als weerkorpsen onaanvaardbaar. Geweld, dreigen met geweld en andere inbreuken op de rechten van medeburgers zijn sowieso niet geoorloofd. Maar zoals gezegd, het gaat hier niet om een beoordeling in termen van wetsnaleving maar van verantwoordelijk
burgerschap.
In veel opzichten gelden die constateringen ook voor ?digilantes?, de vaak militante rechercheurs die op internet en de ?sociale media? actief zijn. Ook op de digitale snelweg kunnen onschuldige personen of groepen worden lastiggevallen of bedreigd. Potentieel is iedere burger in staat om incidenten en normschendingen te openbaren en te bepalen wat voor soort gedrag beschaamd moet worden. Vaak wordt dit proces van ?naming and shaming? verder aangezwengeld door anderen ertoe bewegen meer belastend materiaal te vinden of op zoek te gaan naar details over de persoon waarvan wordt aangenomen dat die over de schreef is gegaan. Aldus kunnen zich op spontane wijze meutes vormen die hun spotlust, hoon en agressieve woorden de vrije loop laten. Het straatrecht van deze digitale menigten zal in veel opzichten moeilijker te beheersen zijn dan de opruiende taal van mensen die zich op straat en plein verzamelen om hun woede over een incident
of misdrijf te uiten.
Er zijn andere verschillen tussen digitale meutes en de patrouilles op straat. Ten eerste is het de keuze van burgers zelf om kennis te nemen van de verbale ?opstootjes? op Twitter of Facebook. Het intimiderend optreden van patrouilles in de eigen stad of wijk is daarentegen moeilijker te vermijden. Een ander verschil met burgerpatrouilles is dat planning en organisatie nauwelijks een rol spelen. Er vormen zich rond een incident op spontane wijze meutes die allereerst onvrede willen luchten. Het gaat online aanklagers vooral om schandaalcreatie: vermeende overtreders in het beklaagdenbankje zien te krijgen. Entertainment staat voorop, terwijl ook commerci?le belangen meespelen. Veel relvloggers zijn uit op eigen roem: hun schandaleuze filmpjes leveren clicks en kijkcijfers op. Wanneer beschamen entertainment is kan ook een loopje met de waarheid worden genomen. Zoals bekend: geruchten worden niet gecheckt, de context van filmpjes over verdachte situaties evenmin. Niettemin krijgen ook giftige vechtersbazen de kans feiten te verdraaien. Zo kunnen verhalen over bijvoorbeeld criminele asielzoekers een eigen leven gaan leiden. Eenmaal gelabeld als ?crimineel? kan optreden tegen deze personen in naam van rechtvaardigheid worden aangemoedigd. De digilantes cre?ren aldus voor zichzelf een vrij veld waarin onbekommerd beschuldigd kan worden; de jacht kan worden geopend. Zoals Vasterman in dit nummer zegt: vigilantisme is in deze context eerder ?private violence? en het cre?ren van een eigen vorm van recht. Dat is een derde verschil: de klemtoon ligt eerder op bestraffing, niet op preventie. De vraag is dan ook of deze meutes ?berhaupt wel kunnen bijdragen aan publieke veiligheid en bescherming van burgers (zie Warren 2009; Trottier 2016).
Tegen de achtergrond van incidenten van eigenrichting merkt criminoloog Jan Terpstra op dat burgerparticipatie in de veiligheidszorg zijn onschuld lijkt te hebben verloren. Burgerparticipatie ?lijkt te worden overgenomen door groepen die doelbewust uit zijn op het verminderen van gastvrijheid, medemenselijkheid en tolerantie onder het motto van het belang van veiligheid.
Van burgeropsporing tot overheidsopsporing en weer terug?
Met de verdere groei naar de burgerlijke rechtsstaat zijn er belangrijke ontwikkelingen geweest. De handhaving van recht en orde begon vanuit de overheid met een militaire aangelegenheid. Daarna werden schutterijen in toenemende mate verantwoordelijk voor toezicht en handhaving in de steden (hoewel zij lang ook een taak bleven vervullen bij de verdediging tegen aanvallen van buiten). Daarbij stonden zij onder het lokale gezag. De rechtspraak werd beter georganiseerd (schout, schepenen, baljuw); zij bleven functioneren onder gezag van de landheer. Wat er gedurende de latere eeuwen heeft plaats gevonden is een steeds steviger vestiging van het overheidsgezag. De uitbouw in de 19e en 20e eeuw van het overheidsapparaat op dit terrein met de vormgeving van de hedendaagse politie- en justitieapparaten hebben een belangrijke rol gespeeld. Er is over de afgelopen twee eeuwen sprake van een enorme uitbouw van zowel deze handhavingsapparaten als van wetgeving. Het systeem is steeds omvattender geworden. De rol van de individuele burger is steeds meer aan banden gelegd. Hij lijkt zich te hebben gevoegd in Rousseau?s maatschappelijke verdrag: de burger speelt zelf geen rol meer in de handhaving van de recht en orde.
Het verbod van eigenrichting is een leidend principe gebleven in westerse rechts- staten. Het verbieden van eigenrichting aan de burger, betekent wel dat de overheid een zorgplicht heeft. Als het de burger verboden is zelf op te treden, dan moet de overheid zorgen voor handhaving van de openbare orde en het recht. Ieder mens moet zich vrijelijk en veilig kunnen bewegen. De overheid heeft een inspanningsverplichting om te zorgen dat die vrijheid en veiligheid ook worden gegarandeerd. Als burgers onverhoopt toch in nood komen, moet de politie er zijn om hen te hulp te komen. En als burgers slachtoffer worden van een strafbaar feit moet er het handhavingsapparaat zijn die de strafrechtelijke handhaving (opsporing, vervolging, vonnis, tenuitvoerlegging van het vonnis) realiseert. En als de orde zelf in het gedrang komt en wordt verstoord, dan hoort de overheid er evenzeer voor te zorgen dat die verstoring wordt bee?indigd.
DIY Digilantes
De ?autonome? buurtwachten verwachten echter niet al teveel van de politie en ondernemen liever zelf actie en dat gaat soms veel verder dan het aanspreken van medeburgers. Zij schromen soms niet voor het toepassen van geweld, doen burgeraanhoudingen en er zijn gevallen bekend van het dragen van handboeien en het oneigenlijk gebruik van zaklampen met een lang handvat.
Maar een aangeef- of verklikkerscultuur is wel het laatste wat een gezonde rechtsgemeenschap kan gebruiken. Het komt er steeds op aan zorgvuldig het kwaad dat kan ontstaan door optreden en niet-optreden ? en publiceren en niet-publiceren ? tegen elkaar af te wegen.
Bronnen: Cahiers Politiestudies,?Splinter News
Warren, I. (2009), Vigilantism, The Press and Signal Crimes 2006-2007, Australian and New Zealand Critical Criminology Conference Proceedings, 275-284. Melbourne: Monash University.
Trottier, D. (2016), Digital Vigilantism as Weaponisation of Visibility, Philosophy and Technology, published online 01 April 2016.