Zaak Vaatstra vanuit de luchtIn de nacht na Koninginnedag 1999 wordt de 16-jarige Marianne?Vaatstra verkracht en vermoord. De volgende ochtend wordt haar?lichaam in een weiland in Veenklooster aangetroffen. Nadat de politie?jarenlang vergeefs naar de dader van de moord heeft gezocht, wordt op?18 november 2012 de 44-jarige Jasper S. aangehouden. Hij bekent de?moord kort na zijn arrestatie.?Het onderzoek naar de moord is in een stroomversnelling gekomen?door een grootschalig DNA-verwantschapsonderzoek dat de politie?in de wijde omgeving rond Veenklooster organiseert. Aan het DNAverwantschapsonderzoek?ging een intensief etgevingstraject vooraf,?waarin onder meer het spanningsveld tussen maatschappelijke druk?en de eigen afweging om al dan niet mee te werken aan bod kwam. Uiteindelijk doet 89 procent van de mannen uit het gebied mee aan?het onderzoek, waardoor de dader uiteindelijk aan het licht komt. Waar?vlak na de moord de vinger naar het asielzoekerscentrum in Kollum?werd gewezen, blijkt de moordenaar uiteindelijk uit de eigen kring te?komen. Een 44-jarige Fries, geboren en getogen in het gebied, heeft de?moord die zoveel losmaakte op zijn geweten. Hij wordt op 19 april 2013?veroordeeld tot 18 jaar cel.

Feitenrelaas De moord op Marianne Vaatstra in 1999 heeft veel impact op de directe?omgeving. Een week na de moord nemen 20.000 mensen deel aan een?stille tocht in Zwaagwesteinde, het dorp waar Marianne vandaan komt.?Op dat moment vermoeden inwoners uit het gebied dat de dader onder?de asielzoekers uit een nabijgelegen tijdelijk asielzoekerscentrum moet?worden gezocht. ?Iemand uit Zwaagwesteinde moordt niet zo?, citeren?kranten dorpsbewoners, verwijzend naar de doorgesneden keel (bron: ?Een litteken dat pijn blijft doen?, Trouw, 24 november 2012). Op?een voorlichtingsbijeenkomst over het asielzoekerscentrum loopt de?spanning verder op. Het mondt uit in demonstranten die het college?van burgemeesters en wethouders van de gemeente Kollum met eieren?bekogelen. Dertien jaar lang lopen alle onderzoeken op niets uit. Het op de?plaats delict aangetroffen DNA blijkt niet te matchen met diverse?opgepakte verdachten. Zo gaan een Afghaan en Irakees van het asielzoekerscentrum?vrijuit. Het moordonderzoek wordt, mede gezien de?publieke commotie, een van de meest omvangrijke onderzoeken van?de afgelopen decennia. Ook misdaadverslaggever Peter R. de Vries?bijt zich vast in het onderzoek. Hij trekt vanaf het begin nauw op met Bauke Vaatstra, de vader van Marianne. In 2003 poogt hij met een kort?geding de staat te bewegen om een vrijwillig DNA-onderzoek onder?mannen in de buurt te organiseren. Het richt zich dan op alle mannen?tussen de 20 en 45 jaar die woonachtig zijn (geweest) binnen een?straal van 15 kilometer rond de plaats van het delict. Bij een dergelijk?grootschalig onderzoek zou het gaan om ongeveer 20.000 mannen.?Het verzoek wordt afgewezen (bron: vonnis in de zaak LJN: AA8273, rechtbank Leeuwarden (10/11/2000)).. Vanaf 2007 houdt de politie de coldcase opnieuw tegen het licht, mede?op basis van voortschrijdende DNA-technieken. De opmaat naar een?doorbraak komt in april 2012, wanneer een wetswijziging wordt aangenomen?die DNA-verwantschapsonderzoek mogelijk maakt.?In het DNA-verwantschapsonderzoek wordt gekeken of bij de onderzochte?personen het Y-chromosoom overeenkomt met het Y-chromosoom?dat op de plaats delict is aangetroffen. Het Y-chromosoom gaat over van vader op zoon. Dat betekent dat vaders en zoons over identieke?Y-chromosomen beschikken, maar ook broers en ooms en neven?aan vaderszijde. Door van een grote groep mannen een DNA-profiel te?maken, kan worden nagegaan in welke mannelijke lijn de dader zich?hoogstwaarschijnlijk moet bevinden. Het impliceert dat de politie daarmee?op het spoor van de dader komt, ook wanneer deze zelf niet meedoet?aan het onderzoek. Immers, als een broer, vader, zoon of (achter)?neef meewerkt aan het onderzoek, kan de politie op basis van aanvullend?onderzoek alsnog bij hem uitkomen. Op zaterdag 29 september 2012 start het grootschalig DNAverwantschapsonderzoek?dat door het Nederlands Forensisch Instituut?(NFI) wordt uitgevoerd. In totaal worden 8080 mannen uit de omgeving?van Veenklooster gevraagd vrijwillig DNA af te staan. Zij krijgen?vooraf een folder waarin de procedure wordt uitgelegd. Uiteindelijk bereikt het onderzoeksteam een opkomstpercentage van 89 procent. Van de opgeroepen mannen uit Zwaagwesteinde (het geboortedorp van Marianne) neemt maar liefst 96 procent deel aan het onderzoek. Ook melkveehouder Jasper S. uit Oudwoude doet mee aan het onderzoek. Nadat er een match is gevonden tussen zijn DNA en het DNA dat in 1999 is achtergelaten op de plaats delict, wordt hij op zondagavond 18 november 2012 gearresteerd. Zijn boerderij ligt een kleine drie kilometer van de plek waar Marianne Vaatstra in 1999 werd gevonden. Peter R. de Vries is de eerste die het nieuws ? via Twitter ? midden in de nacht wereldkundig maakt:128


De volgende morgen licht Bauke Vaatstra, de vader van Marianne, de?arrestatie op Radio 1 toe: ?Je schrikt je rot, al had je het wel verwacht.?Ik ben blij dat we hem hebben. Onvoorstelbaar wat er door je heengaat.?Je denkt: dit kan niet want het is al dertien jaar geleden, nooit kwam?er iets.? (bron:?Radio 1 journaal, 19 november 2012).

De schok in het gebied is groot. De gemeenten Dantumadeel en?Kollumerland c.a. organiseren bewonersbijeenkomsten in Zwaagwesteinde?en Oudwoude over de aanhouding. Op de bijeenkomsten?zijn ook het Openbaar Ministerie en de politie aanwezig om vragen van?bewoners te beantwoorden.
Twee weken later, op 6 december 2012, bekent de gearresteerde?Jasper S. dat hij de moordenaar van Marianne Vaatstra is. Zijn advocaat,?Jan Vlug, maakt dit diezelfde avond bekend in een uitzending?van Nieuwsuur (Uitzending van donderdag 6 december 2012). Op 28 maart 2013 start onder grote belangstelling de?rechtszaak bij de rechtbank in Leeuwarden. Naast de zittingszaal zijn?nog twee zalen beschikbaar gesteld, zodat media en belangstellenden?de zitting via een videoverbinding kunnen volgen. In de strafzaak verklaart?Jasper S. dat hij Marianne niet kende en haar toevallig die nacht?was tegengekomen. Hij heeft Marianne onder bedreiging van een mes
het weiland in gedwongen. Op 19 april 2013 veroordeelt de rechtbank?hem tot achttien jaar cel voor de moord en verkrachting op Marianne?Vaatstra.

Analyse

Maatschappelijke impact Met de bekentenis van Jasper S. werd de moord op Marianne Vaatstra?na 13 jaar opgelost. In de eerste jaren richtte de verdenking zich nog op?bewoners van het asielzoekerscentrum. Het asielzoekerscentrum lag?op ongeveer een kilometer van de plaats delict. In 2010 wees nieuw?onderzoek uit dat de dader, zowel via de vaderlijke lijn als die van de?moeder, van West-Europese afkomst moest zijn. Toch bleven volgens?Mathijs Euwema, van 1995 tot 2000 co?rdinator Vluchtelingenwerk?in Zwaagwesteinde en omgeving, velen ervan overtuigd dat de dader?een asielzoeker zou zijn. ?Zelfs nadat er al langer nadrukkelijke DNAaanwijzingen?waren dat de dader wel een westerse man moest zijn,?waren er veel mensen in Zwaagwesteinde en omstreken die ervan?overtuigd bleven dat de moordenaar een ?b?tenl?nner? was.? (?Dader was geen ?b?tenl?nner?, dat vraagt bezinning?, Trouw, 8 december 2012).?Hij?stelt dat het na de opluchting over de arrestatie tijd zou worden dat de gemeenschap in Zwaagwesteinde en Dantumadeel zou overgaan tot?serieuze zelfreflectie over wat er verder in die tijd is gebeurd. Toen het DNA-verwantschapsonderzoek startte sprak burgemeester?Aalberts van Zwaagwesteinde zich daarover positief uit. Hij zag het als?goed nieuws dat de wet deze nieuwe mogelijkheid bood. Volgens hem?werd de moord door het DNA-onderzoek misschien opgerakeld, maar?de moord op Marianne Vaatstra was eigenlijk nooit uit de gedachten?van de plaatselijke bevolking geweest. Dat werd beaamd door collegaburgemeester?Bilker van Kollumerland c.a., die in Trouw drie verklaringen?gaf voor de grote impact die de moord van dertien jaar daarvoor?heeft achtergelaten: ?Ten eerste: het meisje was vrij bekend. Populair, zo je wilt. Twee:?we hadden hier een asielzoekerscentrum met veel spanningen. Kijk,?Amsterdam heeft veel buitenlanders. Maar dit was hier nieuw. Zo?van, o, o, wat gebeurt hier. En natuurlijk de familie Vaatstra zelf. De?vader. Die heeft eraan getrokken en geduwd. Op de bekende W?ldenmanier.?Dus bleef het leven.? Bron:??Een litteken dat pijn blijft doen?, Trouw, 24 november 2012.

? Toen het in november 2012 tot een arrestatie kwam, gingen in Zwaagwesteinde?letterlijk de vlaggen uit. Er heerste in het dorp van de Vaatstra?s?vooral eens sfeer van opluchting, nu er na al die jaren eindelijk?een DNA-match was. Een paar kilometer verderop, in Oudwoude, waar?Jasper S. zijn boerderij had, werd de match anders beleefd. Enerzijds?werd ook daar gedeeld in de opluchting, maar tegelijkertijd heerste er?ook verslagenheid omdat het ???n van ons? was. Na de arrestatie werden?in zowel Oudwoude als Zwaagwesteinde bijeenkomsten georganiseerd,?waarin bewoners konden samenkomen om het nieuws te bespreken. Burgemeester Bilker gaf na afloop een korte terugkoppeling op de?bijeenkomst in zijn dorp. In de media vertelde hij dat hij vooral was?getroffen door het gevoel van saamhorigheid, omdat het dorp had aangegeven?om de familie van de verdachte heen te willen gaan staan (bron:?Uitzending Nieuwsuur van dinsdag 20 november 2012).

DNA- verwantschapsonderzoek Het verwantschapsonderzoek kende een hoge opkomst, terwijl er?vooraf enige scepsis over het nieuwe instrument was. Zo stelden onderzoekers?Van Kempen en Van der Staak dat ?het verzet mee te werken?wellicht nog groter (zal) zijn, nu het niet alleen om eigen belangen gaat?(die men goed kan afwegen omdat men weet of men de dader is en of?er andere redenen zijn om te weigeren), maar ook om die van verwanten??(Van Kempen & Van der Staak, 2013). Het opkomstpercentage van?89 procent zal ook hen hebben verrast.?Tijdens de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel voor?DNA-verwantschapsonderzoek hield ook het parlement rekening met?de (mogelijke) verstrekkende gevolgen alvorens het besloot met de?nieuwe wet in te stemmen. Zo stelde de minister van Veiligheid en Justitie in de Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer: ?Het element van vrijwilligheid behoeft grote nadruk, te meer daar??vrijwilligheid? onder druk van grote maatschappelijke onrust eventueel?afgedwongen kan worden, zo menen deze leden. (…) Met de?leden van de PvdA-fractie onderschrijf ik dat de derde in alle vrijheid?moet kunnen afwegen of hij wel of niet wil meewerken (…). Van?belang is dat voorkomen wordt dat de derde door grote maatschappelijke?druk zich gedwongen voelt om mee te werken en om die reden zijn toestemming verleent. Een dergelijke toestemming is ook?niet in het belang van de strafzaak, want een toestemming is niet?rechtsgeldig als de derde onder druk van de omstandigheden waarin?hij verkeerde, zijn toestemming aan het DNA-onderzoek heeft verleend?en zijn celmateriaal heeft afgestaan.? De minister gaf in dezelfde Memorie van Antwoord aan dat het belangrijk?is om de personen om wie het gaat goed te informeren. ?Informed consent is een duidelijke eis van de Wet bescherming persoonsgegevens?die ook geldt ten aanzien van het verlenen van vrijwillige?medewerking aan een DNA-verwantschapsonderzoek, in die zin?dat men voorafgaand aan de beslissing al dan niet mee te werken,?ge?nformeerd moet worden, ook over de mogelijkheid te weigeren.?Noch in de memorie van toelichting noch tijdens de parlementaire?behandeling tot nu toe, is volgens de leden van de fracties van de?SP, PvdA en GroenLinks duidelijk geworden hoe de regering dit gaat?aanpakken. Algemene voorlichting is naar de mening van deze leden?onvoldoende. Ook mondelinge voorlichting in een concreet geval is?naar de ervaring van de genoemde leden lang niet altijd voldoende:?mensen moeten de mogelijkheid hebben wat gezegd is nog eens?na te lezen en met anderen te bespreken. Het betreft immers een?zeer beladen beslissing. Emoties verhinderen vaak dat betrokkenen?in staat zijn alle aspecten van wat ze verteld is, goed tot zich?door te laten dringen. De leden van de fracties van de SP, PvdA en?GroenLinks vragen dan ook hoe de regering dit van plan is te gaan?organiseren. Specifiek vragen zij of er een folder komt.? Bron:?TK 2011-2012, 32 168, nr. C. Uiteindelijk kwam de minister van Veiligheid en Justitie, op verzoek?van leden van de fracties van SP, PvdA en GroenLinks, met de toezegging?een folder te ontwerpen. Onder meer SP-senator mevrouw?Quik-Schuijt was hem hier erkentelijk voor. ?Ik dank de minister ook?nog ? ik wil het hier zeggen voor de geschiedschrijving ? voor de toezegging?dat er een folder zal komen over het informed consent. Ik denk?dat het goed is om het thuis in alle rust nog eens te kunnen nalezen.? (bron: Handelingen EK 2011-2012, 32 168, nr. 7).?De brochure die de politie en het Openbaar Ministerie ontwierpen?werd toegestuurd aan de 8080 personen die werden gevraagd om in?het DNA-verwantschapsonderzoek te participeren. Op de voorpagina?van de brochure stond: ?DNA-verwantschapsonderzoek kan de moord?op Marianne Vaatstra oplossen.? De folder was te beschouwen als de?concrete uitwerking van het verzoek van de Eerste Kamer dat sprake?moet zijn van informed consent. Met andere woorden: de mannen die?in het onderzoek werden aangeschreven, behoorden de informatie te?krijgen die zij ?redelijkerwijs? nodig hadden om hun beslissing in vrijheid?te kunnen nemen. Vanuit deze context is het opvallend dat in de brochure een aantal?vrouwen aan het woord komt. Zij benadrukken het nut en de noodzaak?om mee te doen aan het onderzoek. Aangezien vrouwen zelf geen deel?uitmaakten van de onderzoekspopulatie is dat op zijn minst een ruime?invulling van het begrip informed consent. In de folder komt bijvoorbeeld?Emmie (getrouwd met Jan) aan het woord. Zij lijkt bij voorbaat uit?te sluiten dat haar eigen man de dader is en legt de focus op een soort??burgerplicht? om de familie van Marianne te ondersteunen. Zij stelt: ?De onderste steen moet bovenkomen. Ook voor de familie van?Marianne die al die jaren in onzekerheid leeft. Het moet fijn voor?hen zijn om te zien dat de bevolking meeleeft door mee te werken?aan dit onderzoek. Daarom vind ik dat Jan mee moet doen. Zelfs als?dat het risico meebrengt dat er misschien een ver familielid uitkomt?als dader.? De folder zet niet in op persuasieve communicatie en laat ook de keerzijde?van medewerking zien. Toch is de vraag gerechtvaardigd of de?maatschappelijke druk niet alsnog een stem heeft gekregen via dergelijke?opmerkingen van vrouwen. Zij stonden zelf immers niet voor?de ? soms lastige ? afweging om mee te doen aan het onderzoek, terwijl?door het parlement juist nadrukkelijk aandacht was gevraagd om?de beslissing vrij van maatschappelijke druk te kunnen nemen. De betrokkenheid van de vrouwen in het gebied moet niet worden miskend.?Maar het is wel de vraag of het passend is geweest om die insteek?in de folder door te laten klinken. Indachtig de discussie in de senaat?zijn dit lessen om voor een volgende keer dat een DNA-verwantschapsonderzoek?wordt gestart mee te nemen. Het is het resultaat dat telt,?maar de manier waarop het resultaat wordt bereikt verdient juist in dit?type onderzoek grote zorgvuldigheid. Zonder het DNA-verwantschapsonderzoek zou de moord hoogstwaarschijnlijk?onopgelost zijn gebleven. In diverse media leidt dit na de?arrestatie?ook tot de vraag of het de dader niet verweten kon worden dat?hij zich dertien jaar lang heeft stilgehouden. De rechtbank was daar?echter klip en klaar over in haar vonnis: ?Anders dan het Openbaar Ministerie is de rechtbank van oordeel dat?het feit dat verdachte zich in de afgelopen dertien jaar niet bij de politie?heeft gemeld, niet strafverhogend mag werken. Verdachte had?weliswaar door zijn stilzwijgen te verbreken een einde kunnen maken?aan de jarenlange onzekerheid waarin de familie van Marianne heeft?verkeerd, maar van het nalaten daarvan kan verdachte geen strafrechtelijk?relevant verwijt worden gemaakt. Het is immers een van de?beginselen van ons strafrecht dat niemand verplicht kan worden aan?zijn eigen veroordeling mee te werken; het nemo tenetur-beginsel.? Bron:?Vonnis in de zaak LJN: BZ7928, rechtbank Leeuwarden (19/4/2013).

 

Afronding
De moord op Marianne Vaatstra heeft dertien jaar lang op veel media aandacht?kunnen rekenen. Niet in de laatste plaats door Peter R. de?Vries, die vasthoudend was in zijn onderzoek en jarenlang bij het?Openbaar Ministerie bleef aandringen om nieuwe onderzoekswegen?in te slaan. Toen Jasper S. op 18 november 2012 werd gearresteerd,?beheerste het nieuws de hele dag de media. Journalisten spoedden zich?naar Zwaagwesteinde en Oudwoude, om daar de meningen en indrukken?te peilen. Het werd de bewoners soms te veel. Zoals een inwoner?van Oudwoude in NRC Handelsblad verzuchtte: ?De media hebben?bezit van Oudwoude genomen.? Bij het verlaten van de kerk veegde ze?de tranen uit haar ogen. ?Dat doet vr?selijk pijn.? Bron: ?Een geheim kun je hier niet lang bewaren?, NRC Handelsblad, 24 november 2012.

Het is de paradox?van de media. Enerzijds waren de media hard nodig om de zaak in de?belangstelling te houden, anderzijds ervaren betrokkenen bij de ontknoping?pas goed hoe intimiderend diezelfde media soms kunnen zijn.?Waar in Zwaagwesteinde de vlaggen uitgingen omdat de zaak was?opgelost, kwamen in Oudwoude de dorpelingen bijeen in een dubbel?gevoel van verslagenheid en opluchting. Ook daar een paradox. Maar?uiteindelijk overwon het saamhorigheidsgevoel. Tijdens bijeenkomsten?in de plaatselijke kerk toonden bewoners hun medeleven met de?familie van de verdachte. Het is tekenend voor de kracht van deze lokale?gemeenschap dat deze de familie van Jasper S. in de armen sloot. De?gezinsleden worden opgevangen door de veerkracht van het collectief.

Ontleend aan:?Lessen uit crises en mini-crises 2012, onderzoeksreeks Politieacademie (lectoraat crisisbeheersing i.s.m. NGB).?Auteur: Wouter Jong. redactie: Menno van Duin,?Vina Wijkhuijs,?Wouter Jong

Een kijktip is ook de uitzending van Argos TV Medialogica over de rol van de media bij de zaak Marianne Vaatstra, onder andere over het verdacht maken van asielzoekers:

Gerelateerde berichten:

Tagged with →  

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *