pedophiles

De komende dagen plaatsen we?op dit blog een serie over online burgeropsporingsgroepen, met groepen?als het?Online Predator Investigation Team (OPIT),?The Punisher Squad,?Stinson Hunter,?Letzgo Hunting,?Daemon Hunters,?Dark Justice,?Anonymous DeathEaters, The Internet Interceptors,?Creep Catchers?en?Peadophiles Unmasked. Maar ook televisieprogramma’s die dergelijke methodes gebruiken zoals “To Catch A Predator en?Dog The Bounty Hunter?die social media nu ook omarmen in de opsporing van criminelen.

Pedofielen op Facebook en gewone burgers?die ze opsporen, het is een groeiende trend. Wat ook groeit is online?kindermisbruik dat sinds 2010 is verviervoudigd, en zeker in het Verenigd Koninkrijk lijkt de deksel nu echt?van de beerput. Bijna dagelijks is er een geval in de kranten en soms komen er?zaken naar voren met grote namen, zoals?bekendheden in politiek, bedrijfsleven en entertainment industrie.

Maar hoe vind?je de pedofielen?eigenlijk die?verborgen zitten achter een social media profiel?

Nicci Astin scrolde door een?Facebook-groep over stoppen met roken toen ze iets vreemds zag. Tussen de?tips en anekdotes stond een foto?van een kind dat werd misbruikt en geplaatst was door een mannelijke Facebook gebruiker. “Ik dacht eerst dat hij gewoon een trol was. Maar dat?bleek niet zo te zijn. De man had nog meer?soortgelijke foto’s?op zijn profiel”, vertelt ze. Toen ze doorklikte op zijn “vrienden”-lijst zag ze nog veel meer?pagina’s die gevuld waren met dezelfde.

Astin kwam zo voor het eerst in aanraking met de sociale wereld van pedofielen en kindermisbruikers die niet alleen beelden uitwisselen, maar ook connecties aangaan met elkaar en zelfs kinderen op social media benaderen. Ze was niet de enige die dit opmerkte. Ook andere gewone mensen werden meegezogen in dit fenomeen dat vrij open aanwezig was. Katie Ivall?zocht online?pedofielen omdat haar eigen dochter werd benaderd. Ze vertelde de BBC: “Dit is de donkere kant van het internet”.

Allereerst klopte Astin aan bij de politie die haar alleen kon melden: “Het is op Facebook, wat wil je dat we doen?”.

Ze sprak vervolgens met anderen die soortgelijke?ervaringen hadden en ze vormden samen een groep met als?doel meer informatie over deze mensen te verzamelen. Om deze?dan vervolgens door te spelen?aan de politie. Meerdere leden van?de groep deden zich voor als?13 of 14 jarige meisjes en spraken met de mensen die hen benaderden totdat ze hun telefoonnummer onthulden of een ??ontmoetingsplaats hadden afgesproken.

Dit lijkt misschien een vreemde hobby, maar het werd vooral ingegeven door de wettelijke en technologische bureaucratie?waar burgers?die dit soort zaken melden mee worden afgescheept. Het?Facebook beleid stelt dat “seksueel materiaal, seksuele berichten?met minderjarigen, bedreigingen tot het delen van intieme foto’s en aanbiedingen van seksuele diensten worden verbannen van de site”. Toch kunnen?bekende actieve pedofielen de volgende dag met een?nieuw account weer aan de slag.

hackers on steroids

Oisin Sweeney, die ook een lid van de groep werd, schrijft in zijn boek Hackers on Steroids over deze duistere internet subculturen. In zijn boek beschrijft hij een zaak waarin een zekere?Paolo Ghelardini?als “topprioriteit” doelwit werd van?de groep. Toen de politie deze man?arresteerde, vonden ze 9.500 foto’s en 1.000 videobeelden van kinderen in zijn huis. Hij had ten minste 19 Facebook-accounts gehad in de periode tussen?januari 2010 en mei 2011.

De groep beweert ook?direct betrokken te zijn geweest bij?de arrestatie van een aantal andere individuen?die online actief waren en foto’s van kinderen bezaten van wie sommigen actief werden misbruikt. Ze gaven informatie door aan de?Internet Watch Foundation (IWF), een organisatie die samenwerkt met Facebook om kinderen online veilig te houden. De groep stuurde ook bewijsmateriaal aan de?Child Exploitation and Online Protection Agency (CEOP), onderdeel van?de National Crime Agency.

Astin geeft als voorbeeld een zaak?waarin een?aantal leden van de groep zich online voordeed als tiener en met?John Huitema afspraken, een Nederlandse man uit Glasgow. Oisin Sweeney gaf de gegevens vervolgens door?aan de CEOP (de CEOP zegt alleen dat zij blij zijn met tips van burgers, maar wil niet ingaan op individuele zaken).

Toen de politie hem arresteerde bleek dat meneer Huitema 7.333 illegale beelden had op zijn computer. Zoals de groep al dacht, had hij ook een twee jarig meisje misbruikt en er foto’s van online gezet. Hij werd in juli 2012 veroordeeld tot vier en een half jaar gevangenis, en zal na vrijlating worden uitgezet naar?Nederland.

Het Engelse?CEOP ontvangt tips meestal?niet van individuen, zoals Sweeney en Astin, maar van het National Centre for Missing and Exploited Children (NCMEC) uit?de VS, omdat volgens de Amerikaanse wet Facebook en andere social media platformen hun informatie aan hen moeten overdragen als het om?kinderporno gaat. In 2010 ontving CEOP 400 aanwijzingen per maand van de NCMEC. Nu, in 2016, ontvangen ze er elke maand rond de 1800! De toename heeft ook te maken met de eenvoudigere meldingsmogelijkheden, maar meer dan verviervoudiging betekent dat deze illegale activiteiten flink stijgen.

To-catch-A-Preditor

Deze gewone burgers, die het als hun?plicht zien om op pedofielen te jagen, zijn een beetje verworden tot clich? door?televisieprogramma’s als NBC’s To Catch a Predator. Toch zien mensen als Astin geen andere optie als ze?deze verdachten?aanmelden om ze?vervolgens de volgende dag weer verder te zien gaan via een ander account. Astin heeft al langer campagne gevoerd tegen kindermishandeling, zoals in de zaak van Daniel Pelka, die dodelijk verhongerde bij?zijn eigen ouders. Voor Astin?is het onmogelijk om gewoon de andere kant op te kijken, of de beelden simpel weg te klikken.

De IWF werkt rechtstreeks met Facebook om dit soort misbruik?tegen te gaan en zegt?erover: “Als IWF lid heeft Facebook zero tolerance voor seksueel misbruik van kinderen … Facebook is een van de leiders op het gebied van?nieuwe technologie om deze problemen te bestrijden. “?Een woordvoerder van Facebook vertelt dat ze onder andere Microsoft’s?PhotoDNA technologie gebruiken die pornografisch materiaal matcht met een register van bekend materiaal. Dit kan de verspreiding van bestaande beelden op?het web stoppen maar niet zomaar?nieuwe herkennen. Facebook heeft ook een “single point of contact” die hulp bij rechtshandhaving in bestaande onderzoeken mogelijk maakt.

Zowel Sweeney en Astin hebben?gevallen gemeld waarbij ze automatisch een antwoordbericht ontvingen waarin stond dat de beelden “de richtlijnen van Facebook niet hadden overtreden”. In een?BBC onderzoek naar pedofielen online?had de verslaggever exact dezelfde ervaring met Facebook.

Een deel van het probleem is dat de context van een foto doorslaggevend?kan zijn: de?BBC uitzending laat een foto zien van een “meisje van 10 of 11 in een vest” die onder de meeste omstandigheden niet verwijderd zou worden. Dit is een behoorlijke uitdaging voor Facebook, want het zou enorme resources vereisen?om mensen al deze?afzonderlijke berichten te laten bekijken.

Astin en Sweeney denken dat vooral?geheime groepen een groot probleem zijn. Deze zijn niet doorzoekbaar en je moet worden uitgenodigd om mee te doen en pas dan kun je de beelden?zien. “De?ergste dingen die ik ooit in mijn leven heb gezien waren in dergelijke?geheime groepen,” vertelt Astin.?De groepen zijn herkenbaar aan de namen en trefwoorden die deze gebruikers hebben ontwikkeld in deze groepen. In het boek van Sweeney legt hij uit hoe er een?hele pedofiele subcultuur met?eigen woorden, codes en symbolen en ook eigen helden zijn. Onderstaande symbolen zijn gelekt via een?FBI-document op Wikileaks:

 

wikileaks

“Pthc” of “Pre-teen harde kern” was een veel voorkomend acroniem dat nog steeds wordt gebruikt, ook al probeerde Facebook deze te blokkeren. Astin vertelt dat gebruikers gewoon “puntjes tussen de letters zetten” om de beperkingen te omzeilen. Een Facebook woordvoerder vertelt dat ze samenwerken met veel organisaties samenwerken en?de lijst van termen regelmatig aanpassen.

In 2011 vroeg?de politie Astin en Sweeney te stoppen met de pedojagersgroep, want wat ze deden viel in een juridisch grijs gebied. De groep had toegang tot illegaal materiaal en deed zich voor als kind, iets dat de politie liever in een gecontroleerde omgeving deed. In hetzelfde jaar werd een documentaire gemaakt door Mark Williams-Thomas (een ex-politieman die hielp in de ontmaskering van Jimmy Savile) die laat zien dat in Engeland de politie nu dezelfde tactiek gebruikt als de burgerspeurders om online misbruikers aan te pakken.

Toch blijkt uit de?cijfers van de CEOP, en ook uit Astin’s eigen ervaring, dat het probleem juist verslechterd is na 2011. “Ik ben natuurlijk niet meer met nepaccounts actie, maar kan nog wel avanf mijn eigen account kijken en zodra je ??n iemand vindt, vind je de een na de ander.?Er zijn er minstens duizenden, het is absoluut afschuwelijk. ”

Wat zou kunnen helpen? De Metropolitan Police geeft als antwoord:?”Het distributienet voor beeldmateriaal van kindermishandeling kan?worden gesloten als de productie van het materiaal effectief wordt gecontroleerd”. Dit is een mooi?doel, maar het wordt nog veel ingewikkelder als je bedenkt dat er heel veel sociale netwerken zijn waarin dit gebeurt: Facebook, Twitter,?Instagram of de app Kik waar veel jeugd gebruik van maakt:


Astin vindt?dat Facebook meer verantwoordelijkheid moet nemen over wat mensen online plaatsen. De real-name policy, het afdwingen van het gebruik van je eigen naam, ziet zij als een goede mogelijkheid. Aan de andere kant kunnen ze gewoon?verder op andere platformen waar dergelijke regels niet gelden. De beste weg lijkt in ieder geval om meer?samen te werken met de politie om de daders te pakken, in plaats van gewoon hun online accounts?te verwijderen.?Dit lijkt nu ook te gaan gebeuren op een schaal zoals we die niet gekend hebben, omdat politie in Engeland de zedenteams fors aan het uitbreiden is, wellicht zelfs met cyber volunteers als het aan Jim Gamble ligt. Hij is voormalig hoofd van CEOP en vindt dat de overheid bij lange na niet genoeg doet. En de Britse wet maakt het voor burgers steeds moeilijker om in de opsporing bij te dragen, omdat het klikken op of kijken naar?onzedelijke beelden strafbaar kan zijn en ook direct contact met pedofielen riskant is vanuit juridisch oogpunt.

Astin reageert nuchter: “Als de politie evenveel tijd zou hebben als wij zou het een oplossing kunnen zijn. Maar ik kom liever in dergelijke?problemen dan dat er een kind wordt misbruikt. Ik wil best de hele dag in de rechtbank zitten als dat betekent dat ik dergelijk misbruik kan voorkomen. ”

Bronnen: NewStatesman, Liverpool Echo

Gerelateerde berichten:

Tagged with →  

One Response to DIY Detectives: Online pedojagers

  1. Erik schreef:

    Ik zat laatst de BBC decomantaire over Jimmy Savile te kijken, nadat ik hoorde dat Ghislain (Epstein) een link kon hebben met Savile. In de docu, werd hem opeens gevraagt: “Wat is dat voor ketting?”. Nadat ik al uren informatie had gezocht over deze netwerken, viel het mij op dat zijn antwoord: “Gewoon een gouden ‘wishbone'”, nergens op sloeg en heel erg leek op het teken dat hierboven word laten zien. Ik ben benieuwd of iemand anders deze gelijkenis ook ziet. Hier de link naar de afbeelding van die bewuste ketting:
    https://5ocietyx.wordpress.com/2013/01/08/savile-scarborough-dracula-whitby/445466-2/
    Het lijkt mij een goed punt om dit soort geheime tekens inderdaad sneller te herkennen, zodat er door iedereen beter opgelet kan worden.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *