We nemen steeds vaker zélf het initiatief bij de opsporing van criminaliteit. Daar zitten voordelen maar ook haken en ogen aan. Op 2 mei organiseren RTL Z en Open Universiteit een online seminar over dit thema, Sven Brinkhoff van Open Universiteit licht vast een tipje van de sluier op.
Een Whatsappgroep waar buurtbewoners elkaar waarschuwen als ze tussen de vitrage iets verdachts zien. Bezorgde burgers die in linie door een bos trekken, op zoek naar de verdwenen Anne Faber. Astrid Holleeder die de ruzies met haar broer opneemt. “Steeds vaker doen burgers opsporingswerk dat gewoonlijk was voorbehouden aan politie en recherche.”, zegt Sven Brinkhoff, universitair hoofddocent strafrecht en strafprocesrecht aan de faculteit Cultuur- en rechtswetenschappen van de Open Universiteit. “Een onmiskenbare trend.”
Volgens Brinkhoff komt burgeropsporing voort uit toenemende onvrede bij burgers over het functioneren van de politie. Met name kleine zaken die blijven liggen zorgen voor veel onvrede. Daarnaast is er de beschikbaarheid van digitale apparatuur, zoals smartphones. “Dat maakt het verzamelen van bewijsmateriaal niet alleen makkelijker, het is ook steeds eenvoudiger om die gegevens snel bij de politie aan te leveren.”
Brinkhoff geeft als voorbeeld de app Sherlock van TNO die de burger helpt bij het aanmaken van een opsporingsdossier. Daarin kunnen gegevens zoals locatie en het mogelijke motief worden genoteerd, maar ook zichtbare sporen en een lijst van gestolen goederen. “Heel handig, want zo’n kant-en-klaar dossier neemt de politie veel werk uit handen.”
Dat politie en justitie meer medewerking vragen van burgers bij de bestrijding en opsporing van criminaliteit begrijpt hij dan ook wel. Ook in het smartphoneloze tijdperk werden burgers al gevraagd om te getuigen, tips te delen of aangifte te doen.
Maar aan de ontwikkeling van burgerparticipatie zitten ook minder rooskleurige kanten. Brinkhoff noemt de Amerikaanse app Vigilante die oproepen stuurde naar burgers om actief mee te zoeken naar daders in de buurt op het moment dat bijvoorbeeld een overval gaande was. “Daar is een stokje voor gestoken. Niet alleen breng je burgers zo in gevaar, je schaadt ook het geweldsmonopolie van de staat.”
Burgers zijn nu eenmaal burgers en geen getrainde opsporingsambtenaren. Ze weten niet hoe ze een plaats delict veilig moeten stellen. Daardoor kunnen sporen verloren gaan of raakt materiaal ‘vervuild’. Ook met al te actieve opsporing van ‘verdachte personen’ in een buurt kan veel mis gaan, benadrukt Brinkhoff: “Dat werkt eigenrichting of racisme in de hand, waarbij de participerende burger misschien wel een paar tikken verkoopt aan een onschuldige.”
Naast de alertheid die een BuurtWhatsapp-groep opwekt en het snel delen van beeldmateriaal en andere informatie is, zitten er echter ook nog andere nadelen aan burgerparticipatie, aldus Brinkhoff. Een valkuil is de juridische houdbaarheid van door burgers verzameld bewijsmateriaal. “De advocaat van de verdachte schiet daar onmiddellijk gaten in. Met als risico dat al het werk voor niks is geweest.”
Steeds vaker ziet Brinkhoff dat door de opkomst van particuliere recherchebureaus en eigenrichting de route langs politie en OM maar helemaal overgeslagen wordt. Volgens hem is dat een groot probleem omdat burgers die het heft in eigen hand nemen, het geweldsmonopolie van de staat ondermijnen. “Dat is echt een glijdende schaal.”
Brinkhoff waarschuwt dan ook voor te grote verwachtingen van de burger die voor politieagent gaat spelen. Burgerparticipatie mag dan wel een reactie zijn op de permanente onderbezetting bij de politie, het uit handen willen nemen van de opsporing hoeft niet tot minder politiewerk te leiden, zegt Brinkhoff: “Als het digitaal steeds makkelijker wordt om een dossier aan te leveren, dan verwacht de meewerkende burger wel dat daar iets mee gedaan wordt. Als dat vervolgens door capaciteitsproblemen niet gebeurt, dan vergroot je de kloof alleen maar.”
Politie en het OM die gebruik willen maken van burgeropsporing, zullen hoe dan ook moeten voorkomen dat ze hun eigen betrouwbaarheid en rechtvaardigheid op het spel zetten door te veel taken naar de burger door te schuiven, aldus Brinkhoff. Ook al is dat vanwege de permanente bezuinigingen wel verleidelijk.
Brinkhoff verwacht dat de rol van burgers bij opsporingswerk hoe dan ook zal toenemen de komende jaren. Dat heeft niet alleen met capaciteit maar ook met kennis te maken, zegt hij. “Kijk maar naar een collectief als Bellingcat. Dat heeft wel de middelen om hoogopgeleide digitale speurneuzen in te zetten, waar de politie geen geld voor heeft. Die expertise van buitenaf, die blijft natuurlijk welkom.”
Kijk en discussieer mee over dit thema
Op 2 mei gingen Sven Brinkhoff (universitair hoofddocent strafrecht) en Emile Kolthoff (hoogleraar criminologie) van Open Universiteit verder in op dit thema tijdens een online seminar bij RTL Z. Ze bespreken recente voorbeelden van burgerparticipatie bij opsporing en belichten de kansen en bedreigingen voor de politie en het OM. Bekijk het online seminar hier terug.
Bron: RTL Nieuws, Open Universiteit