Het aantal erkende detectivebureaus vertienvoudigde tussen 2000 en 2012, tot ruim 400. Ze worden ingezet bij bedrijfsfraude en diefstal, maar ook bij overspel gaan priv?detectives op pad. Hoe leer je zo’n?vak? Martin Kuiper van het?Parool ging op?pad met cursisten die de felbegeerde ‘gele pas’ willen bemachtigen, en deed verslag.
Gespannen volgt priv?detective Hans de Zeeuw (48) de grijze Peugeot 206 die voor hem rijdt. De Peugeot heeft haast en is onderweg naar een ‘deal’ waar De Zeeuw graag bij wil zijn, maar dan mag hij hem niet uit het oog verliezen. Via de portofoon houdt de detective contact met zijn collega die achter hem rijdt. “De verdachte neemt de rotonde rechtdoor, ik sla hier af. Neem jij het over?”
Het is zaterdagmiddag, iets na twaalven; in Zuid-Limburg valt de regen met bakken uit de hemel. Boomtoppen zwiepen heen en weer, afgebroken takken liggen op de gladde wegen. Op ??n van die wegen rijdt Hans de Zeeuw, gevolgd door collega Ymke Bos (26), achter een man aan die verdacht wordt van diefstal van decoupeerzagen, boormachines en hogedrukspuiten. De detectives werken in opdracht van de bouwmarkt Hubo, de werkgever van de verdachte, die meer inzicht wil krijgen in het duistere handeltje van zijn werknemer.
Nou ja, in opdracht van: ze doen eigenlijk alsof. Want De Zeeuw en Bos zijn (nog) geen echte detectives. En ook de achtervolging is in sc?ne gezet, die is onderdeel van de ‘waarnemingsoefening’. De twee cursisten volgen een achtdaagse cursus die opleidt tot priv?detective. Normaal wordt de cursus gegeven in Amsterdam, maar voor de praktijkopdracht is de groep uitgeweken naar Limburg.
Cursisten leren waarnemen en schaduwen, het wetboek interpreteren, sporen onderzoeken, verdachten interviewen. Doel: de felbegeerde ‘gele pas’. Die pas geeft het recht aan de slag te gaan als particulier onderzoeker en werd in 2014 aan 200 Nederlanders uitgereikt, blijkt uit cijfers van de Stichting Vakexamens voor de Particuliere Beveiligingsorganisaties (SVPB).
Dat verrast niet. De branche van Nederlandse recherchebureaus zit sinds jaren in de lift. Tussen 2000 en 2012 vertienvoudigde het aantal erkende detectivebureaus van ongeveer 40 tot ruim 400. De meeste bureaus houden zich bezig met bedrijfsfraude en diefstal, maar ook bij overspel gaat de detective op pad. In 2015 staat de teller op 442, volgens cijfers van het ministerie voor Veiligheid en Justitie. Of de toename een positieve goede ontwikkeling is? Een woordvoerder van Veiligheid en Justitie: “Het is niet aan de overheid om daarover te oordelen. Het voorziet blijkbaar in een behoefte.”
De groei komt volgens strafrechtjurist Sven Brinkhoff ‘doordat de Nederlandse politie steeds vaker recherchewerk laat liggen’. Brinkhoff: “Wat je ziet is dat burgers daardoor steeds vaker bij detectivebureaus aankloppen. En door alle media-aandacht neemt ook de interesse voor de opleiding toe.”
Sherlock Holmes
In Amsterdam worden de lessen gegeven door een lange man met een Limburgs accent: Bert (50), hij wil om privacy redenen niet met zijn echte naam in de krant). Zijn benadering is informeel. Enthousiast. Grappig ook. Een kruising tussen de ouderwetse leraar die mensen aanspreekt bij hun achternaam en Sherlock Holmes. Geen gortdroge stof, maar het Wetboek van Strafrecht in vogelvlucht met sappige anekdotes: “Als leerlingen plezier hebben, gaat het leren vanzelf.”
De lessen hebben een vaste opzet. Eerst de ‘minder leuke tak van sport’: het theoretische gedeelte. In rap tempo raast hij met behulp van dia’s door de Nederlandse Grondwet heen. Met controlerende vragen als: wanneer mag je camera’s ophangen voor een onderzoek? Hoe ver mag je gaan met een observatie? probeert hij de wetsartikelen tot leven te brengen. “Zo onthouden de cursisten ze beter.”
Daarna steekt hij door naar het ‘spannende’ praktijkgedeelte: waarnemen en rapportage. Zoals schaduwen (‘Mannen moeten geen roze polo dragen, dat is een dominante kleur’), sporenonderzoek (‘hoe stel je die veilig?’). En het verhoor dus, waarbij je de verdachte op de plaats van het delict moet zien te krijgen met een dichtgetimmerd verhaal.
Dat ‘dichtgetimmerde verhaal’ wordt vanmiddag geoefend in het NOB-hoofdkwartier in Wessem. De verdachte, een lange man in een Adidas-sportjasje en een spijkerbroek, wordt ge?nterviewd door detectives in spe Ruben Brand (24) en Ymke Bos. De andere cursisten volgen het gesprek in een andere kamer op een groot beeldscherm.
“Leent u uw Peugeot 206 wel eens uit?” gaat Brand voortvarend van start.
“Heel af en toe aan mijn broer,” reageert de verdachte laconiek.
Brand: “En bent u vanochtend ook nog met de auto weggeweest?”
“Neuh, ik heb uitgeslapen.”
“Oh?” reageert Bos verbaasd. “Wij hebben namelijk een foto van u op een carpoolstrook. En een vrouw die zegt dat u haar spullen heeft verkocht. Hoe verklaart u dat?”
De man kijkt bedenkelijk, schuttert even, en duikt dan in elkaar. Lang verhaal kort: de man bekent de diefstal.
Open vragen
De docent is tevreden over het interview. De verdachte heeft bekend en ook de vragen waren prima. Maar er zijn ook ‘leermomenten’, vindt Bert. “Pas op met opmerkingen die voor weerstand zorgen bij de verdachte. Het is heel belangrijk dat je een band opbouwt met degene die je verhoort.” En: “Denk er om: stel open vragen, dan moet het antwoord uit de geest van de verdachte komen.” Ook op de achtervolging heeft hij hij nog wat aan te merken. “Houd afstand als je iemand volgt, des te meer tijd heb je om zelf na te denken. En vergeet niet je lichten uit te doen als je vanuit de auto iemand in de gaten houdt. En denk erom dat samenwerken heel belangrijk is tijdens een onderzoek.”
Ymke Bos vond het een leerzame middag. Het lijkt haar leuk in de toekomst naast haar huidige werk ook als priv?detective aan de slag te gaan. De Zeeuw – jaren werkzaam bij de GGZ, maar tegenwoordig sporthaluitbater en klusjesman – is daar nog niet zo zeker van: “Ik vind het heel leuk, maar of ik hier echt in verder ga? Ik weet het nog niet.”
Bos vindt de kleinschaligheid (maximaal acht cursisten per klas) fijn. “Je wordt echt gehoord. Als ik een vraag heb, wordt die binnen een minuut beantwoord.”
Of de tien lessen genoeg handvatten bieden om in de toekomst zelfstandig aan de slag te gaan als particulier onderzoeker? Een kleine civiele zaak afhandelen is ??n ding; het oplossen van een grote strafrechtelijke zaak, zoals die van het zestienjarige meisje in Valkenburg (zie kader), is een heel ander verhaal.
Strafrechtjurist Brinkhoff is sceptisch. “Veel pas geschoolde priv?detectives doen onderzoek op een onwetmatige manier. Ze zetten de verdachte te zwaar onder druk, tappen telefoongesprekken af en leveren schimmig bewijsmateriaal in rechtszaken. Ze begeven zich te veel op het terrein van de politie en de overheid. Maar waar die twee aan regeltjes en wetten gebonden zijn, worden particuliere onderzoekers door niemand gecontroleerd.” Daar is de woordvoerder van het ministerie van Veiligheid en Justitie het niet mee eens: “Via een groot onderzoek screenen we tegenwoordig de recherchebureaus.”
Brinkhoff: “Oud-politiemensen die als priv?detective werken, hebben kaas gegeten van het vak; die weten hoe ze onderzoek moeten doen. Bij andere groepen speelt vaak het belang van de klant een te grote rol. De klant is koning, daarom gaan detectives zo ver als nodig is om hun klus te klaren.”
Bert hoort het commentaar gelaten aan. Zijn cursisten en pas opgeleide detectives gedragen zich altijd ‘binnen de kaders van de wet’, zegt hij. “Het is als autorijden: als je net je rijbewijs hebt, gaat het nog wat moeizaam, maar na een poosje gaat het vanzelf. Als je net je gele pas hebt gehaald, heb je een goede basis voor kleinere zaken zoals een diefstalletje. Grotere zaken zijn voor later. Daar komt bij dat we na de cursus contact houden met onze cursisten. Er zijn ’terugkomdagen’ waarop we de lesstof herhalen en oud-cursisten ondersteunen bij hun eerste opdrachten. We gooien ze heus niet in het diepe.”
Opleidingsinstituut
Opleidingsinstituut NOB is opgericht door Nederlands bekendste priv?detective: Ben Zuidema. Hij is gespecialiseerd in het opsporen van gestolen kunst en maakte eind jaren tachtig faam met de Noortman-zaak. Het leek een grote kunstroof, maar de Maastrichtse galeriehouder Noortman bleek negen vermiste schilderijen, met een totale waarde van vijf miljoen euro, zelf verduisterd te hebben. Een aantal van Zuidema’s zaken zijn gepubliceerd in boekvorm; een tv-serie is in de planning.
Zedenzaak valkenburg
Ook de ouders van het vermiste meisje uit Heerlen maakten voor de opsporing van hun dochter gebruik van de diensten van een priv?detective van het NOB. Ze werd gevonden nadat de detective haar telefoonsignaal had laten uitlezen. Het meisje – in de media Kimberley genoemd – werd aangetroffen in een hotelkamer in Valkenburg, waar ze onder druk van een loverboy seks had met mogelijk tachtig mannen. Een deel van hen is inmiddels veroordeeld tot werkstraffen en korte celstraffen. De loverboy kreeg een celstraf van twee jaar.
Afluisteren – mag dat?
Een priv?detective mag, in tegenstelling tot de politie, geen gesprek aftappen. Gesprekken heimelijk opnemen mag wel, maar alleen als de detective zelf deel-neemt aan het gesprek. Ook mag de priv?detective een gesprek opnemen in opdracht van een opdrachtgever, maar dan moet het belang van het onderzoek zwaarder wegen dan de privacy.
Bronnen: Het parool (29 juli 2015),