Boeren, buurtwachten en voetbalfans: allemaal stonden ze opeens klaar om de politie te helpen bij het bedwingen van de rellen. Is dat een goed idee?
Hulp bij het beheersen van de rellen kwam dinsdagavond uit onverwachte hoek. In Zwolle en Doetinchem meldde zich een groep boeren bij de politie om te vragen of de straten niet met
trekkers geblokkeerd hoefden te worden. Handig, want zo komt geen relschopper er meer in of uit. En in Maastricht liepen honderden voetbalsupporters in een optocht door de straten om
‘de stad te beschermen’. Ook in onder andere Alkmaar, Tilburg en Nijmegen gingen voetbalsupporters de straat op. Het hulpaanbod is opvallend, want voetbalsupporters en boerenactivisten staan niet bekend als de grootste vrienden van de politie. Zo werd Thijs Wieggers, voorman bij Farmers Defence Force, afgelopen zomer nog gearresteerd tijdens een boerenactie. Woensdag bood hij echter zijn diensten aan. “We laten het land niet slopen”, zei hij tegen het ANP.
Burgemeesters reageerden woensdag met waardering op de voorstellen, maar namen deze niet aan. Alleen Emile Roemer, de burgemeester van Alkmaar, sprak zijn lof uit over hoe AZsupporters
samen met wijkagenten de stad hadden ‘beschermd’.
Anonimiteit relschoppers opheffen
Alleen als mensen het geweldsmonopolie van de politie respecteren, is meehelpen mogelijk, stelt Jerôme Lam, wetenschappelijk onderzoeker bij de Politieacademie. “Voor alle groepen geldt: sommige taken zijn gewoon van de politie, zoals ordehandhaving. Daar kun je gewoon niet mee helpen. Er moeten geen knokploegen ontstaan. Of een soort burgerwacht, zoals je sommige bewoners van getroffen wijken zag doen.”
Zijn collega, lector politieacademie Nicolien Kop, benadrukt dat er genoeg andere manieren zijn om de politie te helpen met rellen tegengaan. “Sommige mensen hebben echt een voorbeeldfunctie binnen bepaalde groepen. Het helpt als sleutelfiguren duidelijk maken dat rellen niet stoer is.” Ook kunnen burgers helpen met het ‘weghalen van de anonimiteit van relschoppers’. “Niet alleen door filmpjes en foto’s op te sturen, maar ook bijvoorbeeld door als ouder, docent of buurman jongeren aan te spreken.” Waar komt de wens om te helpen ineens vandaan? Kop heeft wel
een verklaring. “De maatschappelijke betrokkenheid is groot op dit moment. We zitten midden in een pandemie en iedereen probeert er het beste van te maken. Wanneer relschoppers dan moedwillig dingen kapotmaken, vinden we dat extra erg. Dat roept het gevoel op: dit is niet de samenleving die we willen.”
Burgers nemen vaker initiatief
Volgens haar collega Lam vinden mensen het bovendien juist nu fijn om zich onderdeel van een groep te voelen. “In tijden van crisis gaan mensen zich ook juist meer identificeren met een groep waar ze bij horen. Dat kan ook de plek zijn waar ze wonen of vandaan komen.” Dat burgers graag de politie willen bijstaan komt de laatste jaren ook steeds meer voor. Kop: “Burgers kunnen de laatste jaren steeds meer, met hun telefoon en met internet. Ze nemen inderdaad ook vaker het initiatief, zoals bijvoorbeeld gebeurde in de zaak-Anne Faber. Dat moet je als politie omarmen, al zal je ook een weg moeten vinden om de juiste taken voor burgers te vinden.”
Harde kern die zorgt voor veiligheid, dat voelt vreemd
,,Hun optreden heeft denk ik aardig preventief gewerkt. Als twintig, dertig relschoppers de beelden van de honderden voetbalsupporters zien die uitstralen ‘dit is onze stad, dit laten we niet toe’, dan bedenken ze zich wel”, zegt socioloog Jaap Timmer van de Vrije Universiteit, onderzoeker naar geweld tegen politie. Hij noemt de actie voor herhaling vatbaar. ,,Ik vind het een prachtig signaal dat hun chauvinisme zich niet beperkt tot de club, maar ook afstraalt op de stad. Hier kunnen we als samenleving verder. Hier wordt aangegeven dat dit gaat om onze stad, onze ondernemers en onze winkels, waar wij klant zijn. Als mensen dat sentiment hebben, prima. Het mag zelfs breder. Maar het moet niet gewelddadig worden.”
Burgers schieten de politie al langere tijd en in toenemende mate te hulp, signaleert Arnout de Vries, specialist bij TNO in burgeropsporing. Bijvoorbeeld bij zoekacties naar vermiste personen. De groeiende burgerinzet is „een signaal” dat de politie tekortschiet. Met het tegenhouden van relschoppers, is volgens de TNO-deskundige normaal gesproken buiten de avondklok niet veel mis. Burgerinzet brengt echter ook risico’s met zich mee. „Onder groepen met goede bedoelingen bevinden zich altijd mensen die uit sensatie wel een klap willen uitdelen.” Het is niet een taak van burgers om relschoppers aan te pakken. „Burgers zijn niet opgeleid om de-escalerend op te treden”, verklaart de TNO-deskundige. „Zij gebruiken eerder hun postuur of vuisten als wapen in plaats van hun mond. De politie is getraind in de-escalerend optreden. We hebben niet voor niets de ME.” Toch snapt De Vries als bijvoorbeeld een ondernemer in actie komt als zijn winkel wordt geplunderd. „Dat mag ook. Dankzij het burgerarrest mogen burgers relschoppers of vandalen staande houden.” Regels zijn echter onduidelijk. De huidige inzet van bijvoorbeeld voetbalsupporters of Hell’s Angels, die zelf vaak niet vies zijn van rellen en vernielingen, voelt „ongemakkelijk”, geeft De Vries aan. „Je weet nooit wat die bij zich hebben.” Het gevaar is „heel groot” dat groepen burgers lijnrecht tegenover elkaar komen te staan. „Op sociale media zien we dit al.” De burgemeester van Eindhoven sprak al over een burgeroorlog. „De toenemende polarisatie dwingt mensen ergens voor of tegen te zijn. Het kan zijn dat groepen echt slaags raken met elkaar.” De politie „waardeert” het aanbod van burgers bij de aanpak rellen, zegt politiewoordvoerder Sherlo Esajas van de Landelijke Eenheid. „Een goed bedoeld gebaar, een steuntje in de rug.” Burgers helpen de politie echter het beste door zich aan de regels en de avondklok te houden, benadrukt de woordvoerder. „De politie heeft de hulp niet nodig.”
Hoe moeten we hiermee omgaan?
,,Natuurlijk voelt dit even ongemakkelijk, ook voor de politie”, zegt Jaap Timmer. ,,Maar dit is de samenleving. Het wijst ons erop dat supporters ook mensen zijn met sentimenten en dat onze
beelden van hen vaak niet terecht zijn. En gemeenten kunnen dit gebruiken als een mooi voorbeeld van elkaar aanspreken en corrigeren, niet alleen in coronatijd. Want door het wegvallen van de verzuiling is er geen mechanisme meer van sociale controle en correctie. Als voetbalsupporters dat doen, prima. Maar wel in alle redelijkheid en binnen de wet.” Brouwer zou het mooi vinden als veel andere burgers zich bij de voetbalfans aansluiten. Hij gelooft niet dat het optreden van de Angel-Side aantoont dat we voor de handhaving afhankelijk zijn geworden van anderen dan de politie, ook al leek het erop dat de politie het maandagavond niet overal meteen aankon. ,,Stel je voor dat we dit toelaten? Dan denken ze dat ze bij de eerstvolgende voetbalwedstrijd ook de orde kunnen handhaven. Maar je kunt er geen bezwaar tegen hebben als burgers ergens postvatten, zolang ze zich aan de avondklok houden. Het gebeurt vaker dat burgerwachten of buurtvaders voor veiligheid zorgen waar de politie dat niet kan. Maar dit was geen burgerwacht die de taak van de overheid overneemt. Dit was een erekwestie, ze waren in hun trots gekrenkt dat anderen hun stad wilden aanvallen.”
Bronnen: Trouw, De Limburger, Reformatorisch Dagblad