In augustus 2014 deden zo’n 800 Nederlanders mee aan een?Europese strafzaak tegen Facebook.?Facebook mag nu zelfs je sms’jes lezen, want de kleine lettertjes van de Messenger-app geven Facebook ?toestemming om je ongezien af te luisteren en te begluren.?Max?Schrems weet uit ervaring hoe de procedures bij?Facebook werken?en eist voor elk van deze deelnemer 500 euro van Facebook, omdat het sociale netwerk de privacy van haar gebruikers zou schenden. Het totale aantal deelnemers staat nu al op meer dan 12 duizend. Wie is Max Schrems en waarom doen mensen dit? Lees er meer over in onderstaand blog.
De gebruikers zijn van die privacyschending niet altijd op de hoogte, zegt directeur Hans de Zwart van Bits of Freedom, dat zich inzet voor digitale privacy.? “Ik denk dat je niet altijd weet hoeveel data je met Facebook deelt zonder dat je het door hebt.”
Tracken door het hele web
De Zwart: “Een van de dingen waar Schrems aandacht aan wil besteden is het feit dat Facebook jou door het hele web?trackt, ook op pagina?s die niet van Facebook zijn. Als jij naar de website van The New York Times gaat, kan Facebook dat zien en je hebt niet per se door dat Facebook weet welke artikelen jij leest.??De directeur van Bits of Freedom denkt dat Facebook vooral ‘een soort winkelcentrum aan het worden is waarin je moet zoeken naar de posts van je vrienden’. ?Ik merk daarbij dat Facebook steeds meer kort door de bocht gaat als het gaat om Europese privacywetgeving. Daar houden ze zich niet altijd aan en dat moet wel gaan gebeuren.”
Deelname aan PRISM
De rechtszaak maakt dan ook een goede kans, is zijn inschatting. ?Omdat Facebook op een aantal punten echt niet voldoet aan de Europese wetgeving. Ze zijn een Europees bedrijf. Ze zijn gevestigd in Ierland. Alle Facebookgebruikers die niet uit de VS komen zijn klant in Ierland. En Facebook houdt zich bijvoorbeeld met de gebruikersvoorwaarden niet aan de wetgeving. Facebook doet mee aan het PRISM-programma van de NSA. Facebook lekt data aan derden via apps: allemaal manieren die niet kunnen.”
Waarom is het erg dat Facebook zoveel van je weet? Sebastiaan van der Lubben beschreef het aardig op zijn blog
Stel: je wordt verdacht van een ernstig misdrijf en opsporingsambtenaren leggen een link tussen daad en?dader?verdachte door gebruik te maken van sociale media. Mag dat? In Amerika is een debat ontstaan over deze zoekmethode. Een verdachte van ontvoering en moord werd herkent door gebruik te maken van profielen die hij aanmaakte op datingsites. Daarop veel foto?s vanuit verschillende hoeken van de dader. Slimme gezichtsherkenning (denk CSI) deed de rest. Dus kopte NextGov:?Feds turn to dating websites and facial recognition tools to catch crooks. Logisch: de zoekmethode gaat een stuk sneller dan het opsporen en overtuigen van (onwillige) getuigen om mee te werken aan het proces. De techniek doet de rest.
Gezichtsherkenning gaat sneller en beter dan vijf, zes jaar geleden. De technologie wordt goedkoper en het aantal foto?s op internet explodeert. Zoeken in online bestanden naar boefjes is een fluitje van een cent. En precies daartegen maken rechtsgeleerden, de?Federal Trade Commission?en het Congres grote bezwaren. De overheid krijgt zo wel heel veel macht om naast verdachten ook een referentiecheck te maken van iedereen in de (directe) omgeving.?Law enforcement goes 2.0?zou je kunnen zeggen, met alle juridische vraagstukken van dien.
Commerci?le bedrijven profileren gebruikers al op basis van data over hun internetgedrag. En dat gaat heel ver. Zo ervaarde Max Schrems, een Oostenrijkse rechtenstudent. Hij leunt op het resultaat van een simpele vraag aan Facebook. Mag ik van u alle persoonlijke gegevens die u van mij heeft opgeslagen? Facebook, officieel gevestigd in Dublin (Ierland) valt onder Europees privacywetgeving. En daarin staat het recht om te weten welke gegevens instanties of bedrijven van individuen opslaan of gebruiken. Het resultaat van Schrems vraag is overigens 1222 pagina?s. En dat is lang niet alles. Facebook houdt, naar eigen zeggen, gegevens achter.
Wie deze grote databestanden over individuen enerzijds combineert met de operationele vraagstukken van het?opsporingsapparaat?stuit al snel op lastige ?vraagstukken in het?recht. Hoogleraar ICT & Rechtstaat?Mireille Hildebrandt?(Radboud Universiteit Nijmegen) hield precies over over dit onderwerp haar oratie, eind vorig jaar. In een interview over die?oratie?[pdf]?stelde zij: ?Wie volledig doorrekenbaar is, kan volledig worden gemanipuleerd. de rechtsstaat bestaat om ons daartegen te beschermen. De burger moet greep krijgen op die onzichtbare doorzoekingen.? Zoals Schrems probeerde bij Facebook.
Haar standpunt is om ??n belangrijke reden relevant. Nu lijkt privacy vooral een?individuele?keus. Ik moet immers zelf weten of ik wil Facebooken, Twitteren, Flickren. Hildebrandt stelt echter dat de (rechts)staat daarin ??k een taak heeft. Zeker als zo ongecontroleerd en ondoorzichtig van die gegevens gebruik kan worden gemaakt. De taak en rol van de staat als behoeder van individuele rechten dreigt nog wel eens onder te sneeuwen in het debat over privacy op internet. En zij zwengelt dat terecht aan. Mocht je twijfelen over het nut en de noodzaak van dat debat, kijk dan even naar het?filmpje?van Max Schrems.
Als “het recht om vergeten te worden” je niet gegund wordt, kun je onderstaande in ieder geval zelf nog doen [infographic]:
Bronnen: Blog Sebastiaan van der Lubben, BNR, Joop.nl