Wanneer zijn?(online) muziek of liedteksten zo bedreigend dat de wet wordt overtreden?
Het internet staat?bomvol met harde taal op blogs en fora en er zijn veel gewelddadige YouTube-kanalen gewijd aan de donkere en bijzondere fantasie?n. Maar wanneer moeten dreigingen serieus genomen worden?
Het Hogere gerechtshof in de Verenigde Staten heeft zich ook weer eens gebogen over die vraag.
Enige jurisprudentie was er wel, zoals?Anthony Elonis?uit Pennsylvania die in 2010 werd veroordeeld voor het bedreigen van zijn vrouw op Facebook (ontvoering en moord). Elonis kreeg 44-maanden en schreef tientallen berichten in de vorm van dichterlijke rapteksten, die hij nabootste van nummers van rapper Eminem. Die spreekt immers ook in zijn nummers over het verkrachten en doden van zijn, inmiddels ex-vrouw, Kim. Het gerechtsdossier beschrijft hoe gedetailleerd Elonis “iemand” zijn vrouw zou laten doden met een mortiergranaat en ermee wegkomt, en in een ander bericht op de?Facebook wall van zijn schoonzus praat hij over het gebruiken van zijn zoon die voor de “moedermoord” op Halloween een masker van haar zou dragen. Het gerecht zat niet alleen met?vragen over hoe serieus je deze online bedreigingen nu moet nemen, maar ook of deze bedreigingen gezien kunnen worden als kunstzinnige uitingen. Donkere en soms gewelddadige uitingingen zijn bovendien?een deel van de internetcultuur, waardoor het moeilijk is om onderscheid te maken tussen een onschuldige ziekeling, een creatieveling of?gevaarlijke dreiger.
Timothy Zick, hoogleraar aan de William & Mary Universiteit in Williamsburg, legt uit:?”Als de dreiging op muziek is gezet, of gerapt wordt, kan het nog steeds gestraft worden? Het antwoord is ja, zolang aan de norm is voldaan. Alleen het toevoegen van rijm,?muziek [of beweren dat het kunst is] is niet voldoende om je tegen vervolging te beschermen. “. Wel is het zo dat dit soort uitingen?zelden vervolgd worden als ze bijvoorbeeld in de muziek worden gebruikt, en echte bedreigingen zijn lastig te bewijzen. Bedreigingen hebben een nauwe?definitie, waarin het doelwit ernstige emotionele nood moet voelen of waarbij ernstige fysieke schade dreigt en deze persoon ook aangifte moet doen, waarbij aan de jury of rechtspraak wordt overgelaten of de opmerkingen volgens het recht?bedreigend kunnen zijn.
Online bedreigingen zijn vaak grimmiger. Bijvoorbeeld vrouwen en minderheden krijgen?bijvoorbeeld op Twitter?veel dreigingen over zich heen?online, maar boeken zelden resultaat als ze er aangifte van doen. Ook kinderen zijn gevoelig voor het groeiende probleem van cyberpesten, dat grote gevolgen kan hebben?voor hun leven, in sommige gevallen zelfs kan leiden tot zelfmoord (gepeste kinderen hebben een dubbele kans). Social media platformen worstelen nog steeds, getuige de Safety Centers?waarin ze een aanpak zoeken samen hun?eindgebruikers. Zelfs wanneer expliciet gewelddadige bedreigingen worden gemeld aan de politie, worden?ze vaak niet serieus genomen en afgedaan als grappen of loze dreigementen.
Online communicatie wordt nu eenmaal anders behandeld. Het is veel moeilijker om de intenties en emoties van een poster?vast te stellen. Zick legt uit: “De doctrines in de VS zoals in het First Amendment staan zijn ontwikkeld met de fysieke ruimte in het achterhoofd – de zender en ontvanger?is daarbij in dezelfde ruimte.?Deze fysieke nabijheid be?nvloedt de manier waarop zaken als het aanzetten tot geweld, bedreiging en intimidatie worden?ervaren, ook door getuigen, en ook hoe ze in het licht staan van doctrines over vrijheid van mening.” Er zijn in de VS drie federale wetten en tientallen staatswetten die toegepast kunnen worden op online berichten?en ze hebben grotendeels betrekking op cyberstalking, cyberbulling of cyberharassment. Maar die wetten verschillen per staat en zijn niet altijd expliciet genoeg over internet of andere digitale communicatie, en zien die vormen gewoon als een ander type straat, kroeg of klaslokaal waarin de communicatie?plaatsvindt.
Zick geeft toe dat het erg lastig is om kunst en bewuste gewelddadige intenties uit elkaar te trekken. Hij vroeg zijn studenten daarom om teksten te beoordelen uit liedjes die opgeschreven zijn op papier te vergelijken met uitgesproken teksten tijdens een optreden. “Die context maakt al verschil. Veel studenten waren minder zeker na het beluisteren en bekijken van de optredens,?zowel over de vraag of de artistieke elementen ertoe deden en over de vraag of de norm was overschreden,” zei hij.
Het Hooggerechtshof zou kunnen besluiten om het zekere voor het onzekere te nemen en de kant van de vrijheid van meningsuiting te kiezen. In dat geval moet bewezen worden dat de afzender van de boodschap echt?van plan is iemand wat aan te doen. Het alternatief is dat de dreiging een misdrijf is als, in het Amerikaanse rechtssysteem, een “‘redelijk persoon’ de berichten?als bedreigend zou?beschouwen.”. Zick zegt erover: “Aan de ene kant willen we kunstvormen als rap niet?in gevaar brengen. Aan de andere kant willen we niet te laat handelen als mensen hun bedreigingen als artistieke uitingen plaatsen”, zei Zick.
Bronnen: Thinkprogress.org