Met alle technische mogelijkheden zou je misschien verwachten dat het voor de politie een eitje moet zijn om reljongeren online in de gaten te houden en te voorkomen dat het misgaat. Toch is dat niet zo. “Er gebeurt veel in besloten groepen.”
In de Schilderswijk in Den Haag en in de wijken Overvecht, Kanaleneiland en Zuilen in Utrecht kwam het deze maand meerdere keren tot geweld tussen relschoppers en de politie. Er werden tientallen arrestaties gedaan en relschoppers kregen gebiedsverboden. De politie krijgt er maar moeilijk vat op en dat heeft meerdere oorzaken.
Politiechef Martin Sitalsing:
“Ik ben voor een persoonsgerichte aanpak. Intensief begeleiden en volgen, er echt dicht bovenop zitten. Je moet ze niet verder laten verwijderen van de samenleving.”https://t.co/axOQ8srLde— FrankSmilda (@FrankSmilda) August 17, 2020
Oproepen om te rellen via sociale media. Ook vandaag gebeurde het weer. Hoe moet de politie omgaan met deze steeds wisselende groep jongeren die de confrontatie zoeken? We vragen het TNO-onderzoeker Arnout de Vries. #Nieuwsuur pic.twitter.com/oypGh7Oj1X
— Nieuwsuur (@Nieuwsuur) August 22, 2020
Onderzoeker TNO: ‘Tiener weet binnen mum van tijd relschoppers te mobiliseren. Tiener heeft nu dezelfde communicatiemiddelen als een terrorrist tien jaar geleden': https://t.co/LQLLDkX6e8
— Arnout de Vries (@ADeVries23) September 13, 2020
‘Heftiger geworden’
Jongerenwerker Joselito Hasselnook ziet een toename van oproepen tot rellen via social media. “Het afgelopen halfjaar is het echt heftiger geworden. Rivaliserende wijken jutten elkaar op met video’s. Ze zeggen dat ze naar een andere stad komen en laten daar soms wapens bij zien. ‘Zorg dat je klaar staat’, zeggen ze erbij.”
Joselito heeft een goede band met de jongeren en ze laten hem geregeld van dit soort video’s zien. “Het is echt steeds gekker aan het worden”, zegt hij. Hij werkt in Apeldoorn. De problemen zijn daar niet zo ernstig als in de Randstad, maar hij is bang dat de trend wel overwaait naar andere gebieden.
Afhankelijk van tips
Onderzoeker maatschappelijke veiligheid Arnout de Vries van TNO ziet dat het lastiger is geworden voor de politie om deze groepen jongeren in de gaten te houden. “Er gebeurt veel in beslotenheid op Instagram, Telegram en Snapchat. Vergeet ook niet online games waar ze elkaar ontmoeten. Allemaal besloten groepen waar de politie geen zicht op kan krijgen.”
Infiltreren in zo’n groep gebeurt maar sporadisch. Alleen als er sterke vermoedens zijn, niet bij elke mogelijke rel. “Ze zijn echt afhankelijk van tips van burgers die dit soort oproepen op social media voorbij zien komen. Het nadeel daarvan is dat het dan vaak al te laat is.” De nieuwe privacywetgeving en socialmediaplatforms die hun gebruikers willen beschermen, maken het de politie niet makkelijker. “Facebook grijpt in als ze berichten zien over terrorisme of kinderporno’ maar op dit gebied nog niet”, zegt De Vries.
Meer mogelijkheden
Om sociale media in de gaten te houden, heeft de politie nu twintig digitale wijkagenten in dienst. Burgemeester Peter den Oudsten van Utrecht wil websites en sociale media waarop wordt opgeroepen tot rellen, sneller uit de lucht kunnen halen.
Volgens De Vries is het belangrijk te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om online in te grijpen. “Een burgemeester kan gebieden afsluiten en mensen verwijderen, dat zou online ook moeten kunnen.”
Blijven praten
Jongerenwerker Hasselnook zegt: “Het is belangrijk dat ik blijf praten met de jongeren om op de hoogte te blijven van wat er online speelt. Als het echt uit de hand dreigt te lopen, kan ik de politie waarschuwen. Dat zeg ik ook tegen de jongeren als ik zoiets zie. Hoewel we een goede band hebben, moet ik het dan doorgeven. Dat is soms best een struggle.”
Bronnen: EenVandaag, EenVandaag, Nieuwsuur, AD